Travel

Bij ieder vinkje komt er een bij. Ons lijstje lijkt magisch. Of nee, eerder behekst. De opsomming van dingen die we nog moeten doen blijft, of lijkt in ieder geval oneindig. En de aantal keren dat ik me op een dag of in een nacht afvraag ‘of het allemaal wel goed is dat we al een vinkje heb gegeven’ zijn ontelbaar. Daarom heb ik op maandag een zenuwaanval. Op dinsdag ben ik volledig in ontspannen het-komt-allemaal-wel-goed-sferen. Op woensdag is het een tranendal. Van geluk. Van spanning. Van ongeloof dat het écht gaat gebeuren. Op donderdag mail en regel ik van alles en lijkt het allemaal niet echt. Niet van mij. Niet van ons.  En vandaag, vrijdag, pak ik m’n koffer in en zit ik met m’n laptop in de metro nog even dit artikel te tikken. Vorige week was dat er helemaal bij in geschoten; geen tijd. Deze week ook niet, maar ik kan natuurlijk niet mijn laatste blog voor ik mijn liefde ‘mijn man’ mag noemen voorbij laten gaan.

Mijn man is het eigenlijk al vanaf de dag dat ik hem ontmoette. Op het Amstelveldje. Het was 4 augustus, een zaterdag in 2013. Ik zag hem, voor de tweede keer. En net als de keer ervoor zag hij mij niet. Het werd zondag. En net iets na middernacht zag hij mij zoals ik hem zag. Een week later kwam hij met een fles rode wijn bij mij thuis, dat al heel snel ons huis werd. Die fles gaat overal mee naartoe en staat in New York in een van onze keukenkastjes te stralen. Een paar maanden na die fles rood kwam er een fles champagne. De fles waarmee we vierden dat we naar New York gingen verhuizen. De kurk van deze fles dwarrelt ergens in onze glazen vaas met kurken, net als die van onze eerste echte date in Maastricht. De verjaardagsdiners in restaurants. Madison Park. Attera. Pizza Beach. En, die van toen we zeilden over de Hudson met zonsondergang. Elke keer als de vaas te klein is geworden, komt er een grotere. Want altijd zullen we het leven vieren en daar horen kurken bij.

En nu zit ik inmiddels in het donker. Ik poogde mijn laatste artikel als hokje ‘ongehuwd’ aanvinkend in de metro af te maken. Maar ik was er eerder op mijn eindbestemming dan verwacht. Erna kwam een telefoontje. Een e-mail. Een vraag. Een antwoord. En bij thuiskomst wilde ik eerst mijn koffer inpakken. Alles gaat uit mijn kast. Alles wordt gestreken. Dan maak ik setjes. Dan verander ik de setjes. Passende schoenen gaan erbij. Nee, toch die ene die alweer in de kast hangt moet mee. En zo duurde het tot het donker was. Mijn jurk is getuige van het schouwspel. Maar gedaan is het. En ik? Ik kan ineens toch weer niet geloven dat ik morgen in het vliegtuig zit. Twee jaar hebben we er naartoe geleefd, en dan ineens is het al over acht dagen. Het huwelijk. En mijn jurk met al onze dierbaren zullen hier getuige van zijn. Ik geloof dat er weer een tranendal aan komt.

Travel
Top 3
Trending Topics
Top 3