Travel

OUR GIRL IN NEW YORK

In het oosten zie ik de zon in Brooklyn opkomen. Al twee weken en een paar dagen schijnt die precies onze slaapkamer in. De eerste week vond ik het maar niks. Die zon was leuk, het zien van de blauwe lucht erna prima en al die ramen waren ook oké. Maar ik miste de chaos. Het lawaai. De sirenes. De dolende menigte bij mij voor de deur. De koffiebar waar ik stiekem met Blue naar binnen mocht. De minivijgenbroodjes om de hoek. De sappenbar. De Italiaanse supermarkt. De metro voor de deur. Sixth Avenue. Flatiron Building. Madison Park. Dat is mijn thuis, en Williamsburg niet. De metro is te ver. De koffiebar ook. De rust is bijna akelig. En de supermarkt kent geen rijen. In de verte zie ik de torens. Als we aan het water staan, blaast de wind de chaos onze kant op. Ik hoor de sirenes. De claxonnerende autos. Ik mis New York. Het eiland. Huiverig vraag ik mezelf af of ik hier wel hoor, of ik hier ooit kan wennen, of dit ooit mijn thuis wordt. Er biggelt geheel in lijn met de dramatiek een dramatische traan over mijn wang.

Toen was daar 2017. Het feest in House of Yes. Samen met vrienden luidden we daar het nieuwe jaar in. Er was confetti en er kwamen honderden ballonnen uit de lucht. Overal waren mensen verkleed, maar allemaal waren de pakken uitgerust met een goede lading aan glitters. Iedereen was blij. Iedereen was gelukkig. En met het slaan van twaalf uur was het over. Als een blad aan de boom sloeg mijn deprimerende Brooklyn-attitude om. Op 1 januari aten we Israelisch bij 12 Chairs. Het restaurant dat ‘onze’ plek nu is. Op 2 januari ontdekte ik Gotan. Op 3 januari dronk ik sappen met vriendin B. En inmiddels ben ik hier thuis. Bij de ontdekte delicatessenzaak om de hoek halen we hapjes. Ook gaan we naar de kaaswinkel op Bedford. Vrienden komen wijn drinken in onze grote keuken. Blue rent rondjes door het huis. En al dat licht is echt een droom. Het duurde even, maar Brooklyn is thuis.

In het weekend gaat het gordijn open. Met een half oog bevind ik me nog in een diepe slaap. Maar ik moet wakker worden, want dit vind ik leuk. Al wrijvend in m’n halve-slaap-oog zie ik dat mijn aanstaande gelijk heeft. Want als ik één ding leuk vindt, is het sneeuw. Verse witte sneeuw. En dat komt, zo zie ik, uit de hemel vallen. Keihard, en pas een dag na deze ochtend is het gestopt. Blue deelt mijn liefde voor sneeuw. Hij is niet te stoppen. Al happend, rennend en glibberend knalt hij erdoorheen, met als resultaat een bevroren sneeuwkonijn thuis. In bad moet hij, maar erg vindt ‘ie het volgens mij niet zo. Het was het allemaal waard…

Na een pannenkoek met aardbeien en bessen (daar gaat overigens m’n ik-moet-strak-strakker-strakst-in-die-jurk) kan ik Blue ophalen bij de nieuwe groomer in Brooklyn. Prince Poof is in extase dat hij weer wordt opgehaald. Met een bandana en een nieuwe coupe ‘Poof’ stappen we de taxi in terug naar huis. Ik vind hem met krullen altijd het leukst, maar zo’n pluisje eens in de paar maanden is toch ook wel heel lief, vind je niet?

De Impossible I-1 is binnen. En deze polaroidcamera, dames en heren, is fantastisch. Ik moet alles nog wel uitvogelen want het is niet de simpelste, maar kijk even hoe cool het apparaatje er alleen al uitziet! Volgende week een overzicht van mijn werk voor een nieuw project. Wordt vervolgd dus.

Bij Witlof op Bedford bestellen we Vlaamse frieten en een burger. Het is een superleuk restaurant en de burger is heerlijk. Maar zo mid januari is dit voorlopig de laatste. Over vier maanden maak ik de gang naar het altaar en moet ik zo fit over ‘the aisle’ rennen als toen op Puerto Rico richting de zee. Dat is de goal en die begon vandaag bij Amazon.

Morgen komen de gewichten binnen. Een nieuwe yogamat. Een springtouw. Én schoenen. Het begint nu echt te komen, die weg naar het altaar… Jezus, wat spannend.

Travel
Top 3
Trending Topics
Top 3