In een hangar gevuld met helikopters word ik ingesnoerd. In een harnas, inclusief clip op de rug. Hiermee word ik vastgeklikt aan de binnenkant van een van deze vliegapparaten. ‘Zodat we er niet uitvallen,’ wordt me verzekerd. Ik heb net een kort intro- en veiligheidsfilmpje gezien.
Maar pas als we op de golfkar richting de helikopter gaan, daalt het in. Met min duizend hebben we besloten om boven New York te hangen. De deuren blijven open. Het enige dat ik moet doen, is na het opstijgen draaien en uit die open deur hangen. M’n telefoon heb ik in mijn rechterhand, mijn camera in m’n linker. De propellers draaien steeds sneller. En voor ik het weet, gaan we richting New York. De lampjes van de stad komen steeds dichterbij. Mijn beentjes bungelen inmiddels keurig boven de aarde, uit de zijkant van een helikopter. Ik ben zo bang. Maar ik spreek mezelf streng toe: niet bitchen. Dit is waanzinnig.
En waanzinnig, dat is het. Ik spreek mezelf toe niet als een rillende muis de gids beet te grijpen. Ik blijf zitten met m’n benen in de lucht. Ik hang naar voren en vertrouw volledig op die clip. En dan hangen we boven de Freedom Tower. Vanuit mijn nieuwe huis kan ik de toren zien. Het idee dat ik daarboven hang, al zwevend en niet bewegend, is niet te bevatten. Wat een ervaring. Dank, FlyNYON.
Ik spreek iemand die onderzoek heeft gedaan naar geluk. Een van de dingen die hij me vertelt, is dat geld op zich niet gelukkig maakt, maar zodra geld omgezet kan worden in ervaringen doet dat het weer wel. Daarnaast geloof ik erin dat het belangrijk is zo nu en dan uit je comfortabele leven te stappen. Dat geeft je namelijk even een boost, een andere kijk op de zaken. Voor de een is dat een reis naar Colombia, voor de ander is dat uit een helikopter hangen. Maar het kunnen zeker ook kleinere dingen zijn. De hoofdboodschap is: ga eens voor iets anders. Want uit eigen ervaring kan ik zeggen: ik weet het zeker, ervaringen maken is wat het leven maakt of breekt. En dan vooral samen met je geliefde. Zo, dat moest ik even delen.
De sneeuw stort uit de hemel. Des te meer Upstate, des te meer centimeters er liggen en des te trager de kilometerteller gaat. Samen met vriendin B rijden we richting Catskills, voor onder andere Juice Brothers en foodfotografie. We moeten in de bossen zijn. Maar voordat we arriveren, rijden we een uur om. De hele dag zijn we op de set en leren we dat in deze bossen beren schuilen. We rennen door de sneeuw, heerlijk! Er wordt ons medegedeeld dat het hotel leeg is, de gehele staff naar huis gaat en we dus alleen in een gigantisch van oudsher Nederlandse ‘manor’ zitten. U begrijpt: we voorspellen na dit telefoontje dat we geen oog dicht zullen doen.
Een fles wijn wacht ons op bij de receptie. Na een helse rit door de besneeuwde bossen en bergen, eindigen we in een leeg hotel. Op de achtergrond klinkt een openstaande muziekdoos. Het oh zo schattige hotel is bij maanlicht een horrorhuis. Met knikkende knieën en grote ogen van angst lopen we door. De manager van het hotel zit in de grote leren stoel bij de haard. Hij blijft. Hij blijft! We slaken een zucht. De knieën stoppen met knikken en de grote ogen gaan ook weer in de rust. Na de fles wijn vallen we in alle rust in slaap. En wakker worden we met een raam dat uitkijkt op een winters sprookje.
Terug in Brooklyn. Ons Bluetje is weer blij. Ik haal macarons bij de Bake Shop. Goeie plek om te werken. En die macarons… Die zijn god-de-lijk!