VERLIEFD ZIJN OP JE BESTE
VRIEND IS OKÉ
Hij haalde me op in een vreemde stad op een onchristelijk uur als mijn gare rode gevaarte, in de vorm van een bejaarde Fiat Punto, niet wilde starten. Ik deelde een kamer met hem in een Center Parks-hut, omdat het gewoon de meeste vierkante meters en een comfortabel bed had. Hij hielp mijn moeder bij het ophangen van de kerstlampjes in de allergrootste eikenboom in de tuin. En ik plantte mijn benen iedere woensdagavond bij zijn mams onder de keukentafel om de beste biefstuk op aard te eten van Frankie de slager. Mijn mannelijke beste vriend, mijn mattie. En toen stond ik na vijf jaar friend-zonen ineens met ‘m te vozen…
Pániek, maar die van het nagelbijtende soort. Ik was mijn beste vriend kwijt, voor altijd, omdat ik zo nodig met hem moest zoenen. En dat moest eigenlijk helemaal niet, maar ik deed het wel. Dit kan niet. Dit kan niet. Dit kan niet. Praten lost toch dingen op? Ja, we gingen daar eens een stevig potje over praten. Géén idee waarom ik daar mijn benen voor moest scheren toen hij naar mijn studentenpaleis in Amsterdam kwam, maar anyways. Het gesprek duurde twaalf uur. Negenenveertig dagen later zat ik aan de mij welbekende eettafel, maar nu met Rudolfs red nose op het servet. Het was kerst, het was aan en hij is de liefde van mijn leven ever since.
“Dit kan niet. Dit kan niet. Dit kan niet.”
Oh ja, ik kreeg epistels aan commentaar van dezen (heus goedbedoeld) en genen (iets minder goedbedoeld), ik vond het klappertandend spannend en alles werd anders.
Maar dit zijn dus de punten waarom je beste vriend daten een bijzonder goed idee is.
- Je bent verliefd. Op je beste vriend. Verliefd! En de hele tropentuin gaat in je buik op drift en dat is sowieso gewoon errug aangenaam.
- Je weet dat hij zijn koffie met twee zoetjes en een absurde hoeveelheid melk drinkt (dit noemen ze in de volksmond kinderkoffie). Hij ziet à la minute aan je opgetrokken wenkbrauw dat je het he-le-maal niet eens bent met de kleur eieren die hij in het winkelmandje mikt (gebaseerd op een waargebeurd verhaal). Maar verder voelt alles nieuw. Hoe hij naar je kijkt, de manier waarop hij je vastpakt, dat je in het raamkozijn bivakkeert terwijl je weet dat hij er nog laaaang niet is. Alles, zucht.
- Maar die schoonouders ken je al wél. Het is een petit peu gekkig als je voor het eerst een kus geeft in het bijzijn van, maar je staat niet met het zweet in de handpalmpjes aan te bellen. Je plant drie klapzoenen op de wangen, giechelt wat en basta.
- Je hebt een vergaarbak met weet-je-nog-toen-materiaal. En omdat jullie al jaaaaren best friends forever waren, was je present bij die stomdronken toestand van vijf jaar terug. Of je kent het verhaal zó goed dat je bijna denkt dat je er was.
- Hij zet het niet zomaar op een lopen. In den beginne maakt het bij een vlamnieuw exemplaar toch wat lastig ruzie, want je weet maar nooit hoe snel meneer pleite is. Nou, bij de beste vriend a.k.a. de lover moet je wel genadeloos hard de pan uit flippen om hem aan het schrikken te krijgen. En ook al lijkt dat in het heetst van het moment irritant, het is eigenlijk gewoon fijn.
- Ook al voelt die vriend als nieuw, je kent elkaars rariteiten en grootse geheimen. Dus als jij één weekend per jaar onderduikt om je over te geven aan een flink partijtje LARP-en (dit is live action role play en ammenooitniet dat ik zoiets doe), dan hoef je geen ondertiteling toe te voegen.
- Jullie leven past in elkaar, bij elkaar, aan elkaar, und so weiter. Dat is aantoonbaar in vriendschapsjaren. En als klapper hoef je niet aan je nieuwe geliefde uit te leggen hoe close je bent met je beste vriend. Ha!
Dus als er wat rommelt en roffelt als jullie elkaar zien, gewoon doen. Je bent zo achtenhalf jaar verder, geloof me.