Waarom het áltijd op jou aankomt
Ja, daar herkende jij je in, hè? I’m with you, sister (of brother, als je stiekem mee leest). Maar dit weekend gebeurde het weer. En ik zeg ‘weer’, omdat het niet de eerste keer is dat ik met mijn snufferd in die valkuil kledder. Dat je met een giga-grote-groep een plan op poten zet, dat met die mankracht ook allemaal buitengewoon haalbaar is, maar dat jij de sjaak bent als het uitgevoerd dient te worden. Je hebt dit soort debacles in verjaardagvorm, de feestjesvariant, tussen kantoormuren en op evenmentenschaal. Sta je daar weer, de shizzle van je compagnons op te ruimen of af te maken. ‘Maar hoe dan?’, denk je ondertussen nog. Voor als je het idee hebt dat dit soort situ’s zich alleen tussen jouw oren afspelen; het is echt en het heeft een naam: social loafing. Je presteert zelfs twintig procent minder in een groep dan individueel. Of nou ja, als het op touwtrekken aankomt, maar het is dus aangetoond. Wetenschappelijk.
De mens werkt minder hard in een team. Die theorie is al zo oud als Metusalem, want dat wisten wetenschappers een eeuw gelee ook al. Maar weet je eigenlijk waar dat door komt? Het is de schuld van het resultaat. Als je iets in je Remi doet, dan zie je exact het resultaat van jouw gebuffel en het nachtenlang met lucifers tussen je oogleden doorstomen. Ja, je voelt ‘m al. Doe je een task samen, dan is het maar wat mwah meetbaar hoe hard je hebt gewerkt en neemt de noodzaak om te presteren voor de mensch af. Dus zonder de eer doe je niets meer of beheurlijk wat minder. Als je een typisch groepsdier bent óf een vrouw (ik wist ‘t, ik wist ‘t, ik wist ‘t), dan druk je de spreekwoordelijke snor trouwens minder snel. Potjandriedubbeltjes-euro’s-en-flappen, we staan in den beginne gewoon al 1-0 achter.
Nu weet je hoe het komt, het ligt heus niet aan jou. Maar mocht je deze eigenschappen kunnen afvinken op je lijst, dan maak je kans dat je een petit peu vaker de sores van de groep aan het oplossen bent.
Let it goooooo
Heb je moeite met loslaten? Nee, natuurlijk heb je dat niet. Maar vind jij dat het tenminste goed gebeurt als je iets zelf doet? Oké, dan mag ik je nu verklappen dat je moeite hebt met loslaten.
Helpende handen
Misschien heb je de karaktertrek dat je altijd ie-de-reen helpt. Dan zit het dus in je aard. Kun je wéér al niks aan doen, maar onhandig is het wel. Pluspunt is dat je jezelf fijn voelt als je de mens uit de shit haalt, dus dan win je er zelf in ieder geval ook nog iets bij.
Troubleshooter
Jij regelt het. Punt. Jij bent van het overheerlijke niet-lullen-maar-poesten-kaliber en dan sta je dus gewoon te vegen terwijl de rest al aan de koffie zit. Maar de niet-lullende poetsers kunnen gelukkig nog weleens een steekje onder water geven aan de koffiedrinkers.
Het komt wel goed, schatje
Nou, ik zal je eens wat vertellen. Het komt dus helemaal niet goed als jij het niet regelt. Jij panikeert bij het woord ‘schatje’ in combinatie met ‘het komt wel goed’ juist nog een beetje extra, omdat je weet dat ‘goed’ mijlenver uit het zicht is als je niet snel aan de bak gaat.
Kan niet bestaat niet
‘Nee, dat gaat niet lukken’ of ‘het kan niet op tijd geleverd worden’. Dit is mijn rode lap (en vooruit, misschien wat van het andere bovenstaande). Ook al moet ik naar Lutjebroek om het op te halen, alles kan. Zéker als het een organisatorisch gedoe is, waar de één levert en de ander afneemt. Zegt de eerste ‘Neen’? Dan bel je gewoon nog een rondje. En dat is daarom precies wat ík doe: bellen. Alleen om het op te lossen.
Maar weet je hè? Dit type mens herkent de ander op tien kilometer afstand en daar krijg je dan weer allerlei bondingachtige gekkigheid van. Je bent per slot een groepsmens…
Bron: LinkedIn