Waarom het bijzonder is dat we mogen stemmen
Mijn eerste keer met een rood potlood in een hokje met zo’n gordijn, ik hield het bijna niet meer, zo spannend. In de lelijkste gymzaal van het dorp met onhandige klapdeuren, waar ik als vierjarige dreumes ook mijn eerste gymles kreeg (geen natuurtalent) en mijn schuifelprimeur met een jongen had bij de kinderdisco. Ik snap trouwens nog steeds niet waarom dat stembiljet zo gloeiend groot is (ik en mijn formulier pasten nauwelijks in het hok), maar hé, kniesoor, ik had stemrecht; het aller-allerbelangrijkste. Dat potlood zweette behoorlijk in mijn handpalm toen ik het hokje van mijn keuze rood kleurde. Yes, ik was stemgerechtigd en ik had het gevoel dat ik van nationaal belang was.
Die eerste keer was trouwens een referendum, toch een beetje het droogstemmen voor het echte werk. Ook al weten we sinds de Brexit dat ook een referendum je land de das om kan doen, maar soit. Je voelt ‘m denk ik al: ik vind stemmen dus intens belangrijk. Als het verkiezingsgeweld losbarstte, dan keek ik met moeders en broer naar álle debatten die Neerlands televisie ons kon bieden. En ik klikte mezelf door de kieswijzers op het net (ja, ook voor mijn achttiende en ja, ook al zijn ze een tikkel gemanipuleerd).
“De eerste verkiezing inclusief vrouwen was in 1922”
Niet stemmen snap ik ook niet zo goed. Waarom zou je geen invloed willen hebben op wat er met je land gebeurt? Ja, die stem is er één van de miljoenen, maar ik geloof dat die er toe doet. Maak voor mijn part je gang naar de stembus om een blanco formuliertje in te leveren, dat is ook een signaal voor politiek Den Haag. En geen zorg, die blanco stem gaat niet automatisch naar de grootste partij. Hij telt mee in opkomst, ze doen iets naar ratio, maar hij gaat niet klakkeloos mee in de uitslag. Ook al is er vast een partij waar je je misschien un petit peu mee kunt identificeren? Uiteindelijk wordt de regering een milde versie van wat de partij nu heel hard roept (gewoon even in je achterhoofd houden als je de boel aanvinkt). En dan nog iets, bedenk je dit vooral ook: vrouwen mochten vroeger niet stemmen en nu wél. Om je een idee te geven: in 1919 kregen vrouwen in Nederland officieel kiesrecht. De eerste verkiezingen inclusief vrouwen was in 1922. Dat is 95 jaar terug. Heel plat uitgedrukt is ons kiesrecht dus nog maar net zo oud als een oma op flinke leeftijd. In Kuweit kregen vrouwen in 2005 kiesrecht, maar in Saudi-Arabië en de Verenigde Arabische Emiraten (ja,
Dubai) bestaat het tot op de dag van vandaag niet. Ook niet voor de heren meneren trouwens.
Ons kiesrecht is het grootste uithangbord voor de gelijkheid tussen man en vrouw, de gelijkheid tussen arm en rijk, man man man, zelfs voor de gelijkheid tussen een gedetineerde (bij volmacht, no worries) en een vrij mens. En zie je geen brood in het doorworstelen van die partijprogramma’s? Ga ik voor je doen, beloofd. Krijg je nog voor de verkiezingen de paradepaardjes van de partijen in hapklare brokken. Maar beloof je me dan wel dat je gaat stemmen?