WAT IS ER GEBEURD?
Ik ben ineens au naturel
Wie mij een beetje kent, kan me uittekenen. En dat bedoel ik letterlijk. Want er wordt nogal wat opgesmeerd op een dag. Na mijn zeslaagse reinigritueel komt de make-up. Foundation van Sisley of Chanel, een glansje hier, een under eye corrector van Becca, glanzende rouge van Victoria Beckham voor Estée Lauder und so weiter und so weiter.
Gisterochtend was ik net even te lang blijven liggen om door mijn zelfgebouwde wasstraat op standje platinum te gaan. Terwijl ik een tandenborstel langs het gebit van mijn jongste trok, mijn oudste een knot in draaide en de zwemtas van het middelste meisje bij elkaar griste, lukte het me om wat foundation op mijn gezicht te smeren. Zonder spiegel. Terwijl mijn meisjes hun schoenen aantrokken, tekende ik mijn wenkbrauwen bij. Het huis verlaten zonder wenkbrauwen is Geen Optie. Omdat een meisje nog moest plassen, had ik dertig seconden extra waarin ik wat mascara (Chanel Le Volume, Chantal Janzen heeft ‘m ook) aanbracht. Maar dat was het. Naakt voelde ik me, maar oké. De toorn van de strenge kleuterjuf over me krijgen was erger.
Eenmaal op het plein vergat ik mijn make-uploze staat. Ik kletste met mijn beste vriendin over het woeste feest dat ik de dag ervoor had gehad (lees hier maar even) en een andere moeder vroeg ik wat haar dochter ook alweer wilde hebben voor haar verjaardag. Ze staarde me aan. “Wat ben je ineens mooi.” Dat zei ze. Ik wist niet of ik blij moest zijn met het compliment. Want hé, ze vond me tenslotte mooi en mooi gevonden worden, dat willen we allemaal. Maar het woord ‘ineens’ maakte me aan het wankelen. Hoezo ineens? Vorige week niet dan? Al die jaren dat we elkaar zagen niet dan? Mijn vriendin viel haar bij. Was haar ook meteen opgevallen. We spraken verder. Over vaders, feestjes en andere moederzaken. Toen zei ze het weer: “Zo mooi. Ik zie ineens je gezicht.”
En nu denk ik dus alleen maar aan alles wat ik had kunnen doen in de uren die ik aan mezelf opmaken heb besteed. Russisch had ik kunnen leren. En Chinees. Minstens. Of een naaicursus. Misschien had ik wel kunnen leren vormgeven. Ik weet niet of ik het eens ben met de collega-moeder en vriendin. Maar dit weekend geef ik ze het voordeel van de twijfel. Kan ik lekker een halfuurtje langer in bed blijven liggen.