ZOETE MINIBROODJES MET ZURE ROOM, PECAN EN KANEEL
Als kind werd ik in het weekend gewekt door de geur van versgebakken brood. Mijn moeder kan namelijk bakken als de beste. Maar écht, ik heb het van geen vreemde. Van briochebroodjes tot rijstevlaai, zelfgemaakte ganache en eclairs; geen probleem, doet ze gewoon. Maar er kan niks op tegen deze zoete minibroodjes. Als klein meisje doopte ik ze stiekem in de chocomel, later werd het een dampende koffie. Het allerlekkerst zijn ze als ze net uit de oven komen, nog warm en met een lik smeltende gezouten boter. Waar wacht je nog op? Spring uit bed, voordat je lief je voor is. Al zal het niet lang duren als de geur van kaneel en gebrande pecannoten de slaapkamer in vliegt.
1 vanillestokje
125 gram zachte boter
de schil van een onbespoten sinaasappel
150 gram kokosbloesemsuiker
3 biologische eieren
140 ml zure room
150 gram smeltbloem
1 tl bakpoeder
snufje zout
Om te bestrooien:
50 gram kokosbloesemsuiker
1/2 tl kardemom
100 gram geroosterde pecannoten
1. Verwarm de oven voor op 180 graden.
2. Vet 8 kleine broodvormpjes of 1 groot cakeblik goed in met roomboter of bekleed ze met bakpapier.
3. Schraap het merg uit een vanillestokje.
4. Klop de boter, de vanille, de rasp van de sinaasappel en de suiker tot alles goed met elkaar vermengd is.
5. Voeg één voor één de eieren toe zodat alle eieren goed worden opgenomen.
6. Meng de zure room erdoor en daarna het meel en het zout.
7. Roer de suiker, de specerijen en de pecannoten in een nieuwe kom goed door elkaar.
8. Verdeel de helft van het beslag over de vormpjes en verdeel vervolgens de helft van het notenmengsel eroverheen.
9. Bak de broodjes in tien minuten gaar, draai ze dan een halve slag en bak ze nog vijf minuten zodat ze gelijkmatig bruin worden.
10. Heb je het beslag in één bakvorm gedaan, bak dan het brood in 15-20 minuten gaar.
Vers zijn ze echt het allerlekkerst. Maar na twee à drie dagen zijn ze ook heerlijk als basis voor wentelteefjes. Yum… Verdubbel die portie!