Als je een heel jaar geen sportschool van binnen hebt gezien
En dan ineens weer gaat
May is een sportende vrouw, maar dat wist je denk ik al. Nu kijk ik, de grootste antisporter op aarde, de hele dag op May uit. Springt ze weer ineens op om twaalf uur of half vijf om te gaan boksen of bootcampen bij de jongens van The Gym Republic. En ik kan je zeggen: daar werd ik zelfs een beetje onrustig van. Het was zó erg dat ik tijdens mijn blokje om even door het raam ging kijken waar ze uithing. Ze zitten namelijk om de hoek en je moet toch op de hoogte blijven, dacht ik zo. Het zag er allemaal merkwaardig sportief uit daar. Met boksballen en ruimte om te bewegen en meer van zulks.
Begin december ging mijn dagmenu op de schop (lees: alles was net wat te veel en iets te vaak en misschien wat te romig) om het net allemaal wat slanker en ranker te krijgen. Dun word ik nooit, daar is mijn bouw het perfecte excuus voor, maar het kan geen kwaad om íets te proberen. Heus dat ik wat kilootjes kwijtraakte, maar daar werd mijn hoofd niet rustiger van. Ik wilde fitter, frisser, meer energie (ik weet ook niet waar dat vandaan kwam). Ineens bedacht ik me dat ik lang, lang geleden drie keer per week in de sportschool rondhing. En dat ik daar een bijzonder uitgeslapen persoon van werd. Opgeruimd zelfs.
Daarom zei ik vorige week tegen May dat ik stiekem op de site van haar sportschool had gekeken. Ze maakte al bijna een huppeltje van geluk, want ze wist wat ik toen nog niet wist: als je kijkt op sites die iets met sport te maken hebben, dan ga je uiteindelijk ook. En op zondagmiddag appte ik haar, of ze nog ging boksen deze week. ‘Jaaaaa, ga je mee?’ kreeg ik terug. En toen had ze binnen een seconde haar les geboekt, voor de dag erna om kwart over twaalf en die van mij voor ik me bedacht.
Ik voelde me weer twaalf toen ik daar stond in m’n sportpakkie. De pasjes van kickbokszaktraining, die wist ik niet meer (en kende ik natuurlijk überhaupt niet). Het liefst had ik een zuurstoftankje onder mijn shirt gemoffeld, want ik raakte bij de warming-up al een beetje buiten adem. Ik zei tegen iedereen dat ik dus echt een jaar niet had gesport en in dat jaar daarvoor deed ik pilates, krijg je een lenig lichaam van maar doet verder weinig voor je uithoudingsvermogen of ter voorkoming van een rood hoofd. Op driekwart van de les, toen May als een professional tegen de zak stond te boksen, ging ik bijna out en dat eindigde met een theetje van de instructeur. May roste er ondertussen nog even lustig op los. Ik was een gelukkige, duizelige vrouw, want boksen past me volgens mij beter dan rondzwieren bij zumba. Sierlijk sporten hoort bij mij gewoon niet zo tot de opties.
Lang verhaal kort: over twee dagen ga ik ’s avonds wandelen, om rustig te herstellen (dat ik dit nog eens zou zeggen) en vrijdagmiddag ga ik weer. Ze zeiden iets over een borrel daarna, zoiets geeft de burger moed, en dat betekent dat ik het vast vijf minuten langer volhoud dan vandaag, voor ik aan de zuurstof moet en aan de thee van de instructeur. Met uitzicht op wijn.