Beste Meneer Kwint,
Al heb ik het gevoel dat u het veel fijner vindt als ik hier ‘He yo Peter’’zou neerschrijven
Wat kreeg u daar toch een standje van mevrouw Arib. Uw verwassen shirt vond ze niet helemaal passen bij uw ambtsoutfit. Noem het een rare gedachtesprong, maar ik was ineens bij Bridget Jones waar de arme Bridget zich in een minuscuul rokje heeft weten te draaien en vervolgens een e-mail van haar leidinggevende ontvangt met de tekst: ‘Where’s the skirt, Jones? Gone fishing?’
Publiekelijk aangesproken worden op een ‘stijl faux pas’ staat bij mij in de top 10 van ‘dat-heb-ik-liever-nietjes’ (er zijn ergere dingen, heus, maar toch), maar u leek het schokschouderend te pareren. Iets met een kapotte wasmachine en een trage stomerij.
Ik begrijp het. Uw zuurverdiende centjes stromen allemaal rechtstreeks de partijkas in en een andere stomerij zoeken, tja, daar is gewoonweg de tijd niet voor. En om Lilian Marijnissen te vragen uw hemden te strijken gaat wat ver. Begrijp ik.
Bovendien is er geen dresscode in de kamer, dus ja, hoe had u het moeten weten? Kleine suggestie: door om u heen te kijken. Te zien wat de algemene code is. Onderzoeken te lezen waaruit blijkt dat politici in pak serieuzer worden genomen door de kiezer. Door te bedenken dat serieuze kledij een blijk van respect is naar je publiek. Door je te realiseren dat kleding een verlengstuk is van wie je bent als mens. In uw geval zou dat dus moeten zijn: verwassen en traag? Zoiets?
Misschien heeft u er juist bijzonder over nagedacht. Wilt u als SP’er dicht bij de mens staan. Geen aap in een pakje. In dat geval zou ik zeggen: bouw het uit. Vergroot het. Maak het uw signature.
Mocht mevrouw Arib dan weer iets aanmerken, dan antwoordt u met de oneliner van Harriet Calo: mode is pas echt gelukt als de anderen het net niet helemaal begrijpen.
En wie weet eindigt uw verwassen shirtje dan wel in het Utrechtse Gemeentemuseum, naast de gebreide gatentrui van Hans Spekman.