Dagboek van een model

Lily spendeert haar dagen als model en holt van shoot naar show en door naar weer een casting. Op Amayzine vertelt ze je alles over hoe haar leven écht is. Onder een andere naam, dat wel, maar dat betekent dat ze alle juicy details kan delen. Deze week: een lesje in modellenslang.

Soms krijg ik van vriendinnetjes de opmerking: ‘Je zegt altijd dit of dat, maar ik heb eigenlijk helemaal geen idee wat het betekent.’ Blijkbaar heeft de modellenwereld compleet zijn eigen ABC bedacht. Vandaag ga ik jullie een lesje ‘modellenslang’ geven, dus houd je vast.

Let’s begin with the beginning.

Scouten:

Veel modellen zijn gescout. Dat wil zeggen dat een agent op hem of haar is afgestapt (online of in real life), met de vraag of hij of zij model zou willen worden. Het kan zo zijn dat je als model door meerdere bureaus gescout wordt. Zelfs als je al langer model bent, komen er nog steeds zo nu en dan agenten op je af om je te scouten.

New face:

Meiden die net gescout zijn en nog nieuw zijn in de industrie.

Agent:

Agenten (ook wel bookers) werken voor het modellenbureau. Bij sommige bureaus werkt het zo dat elke agent een paar modellen vertegenwoordigt, andere verdelen juist de klanten onder de agenten.


Moederagent:

Je moederagent of moederagentschap is het bureau dat al jouw jobs overziet. Ze zijn een beetje het overkoepelende bureau. Zij staan ook in contact met je andere bureaus in het buitenland en beheren eigenlijk je agenda en dus je leven.

Bureau (of agency):

Een model heeft meerdere bureaus. Elk bureau representeert het model in een land of bepaalde regio.


Go see:

Een go see is een algemene casting. Het is niet voor een specifieke job, maar eerder om potentiële klanten te ontmoeten. Denk hierbij aan een fotograaf, stylist of een casting director.

Casting:

Bij een casting ga je langs met je portfolio voor een specifieke job (hier kun je lezen hoe castings eraan toe gaan).


Callback:

Als de klant je leuk vond maar je nog een keer wil zien, krijg je een callback. Dat betekent dat je nog een keer teruggaat (best logisch). Misschien ontmoet je nog iemand anders of wil de casting director je gewoon nog een keer zien.


Fitting:

De volgende ronde is als de klant wil zien hoe de kleren passen. Je gaat dan nog een keer terug voor de fitting (yay voor tig keer naar dezelfde casting op en neer).
Klanten: klanten zijn meestal de designers of eigenaren van een merk.

Casting directors:

Zij moeten voor de klant de juiste modellen voor de job vinden.
 Portfolio (ook wel ‘book’): een boek (of soms een iPad) met foto’s van je beste shoots. Dit geef je aan de casting director om doorheen te kunnen bladeren.

Comp card:

Een soort visitekaartje met je foto, je maten, kleur van je ogen en haar, je schoenmaat en je agency.

Optie:

Als je in optie staat betekent dat dat de klant je misschien wil boeken. Vaak staan er heel veel meiden in optie voor dezelfde job, dus de kans dat opties doorgaan is meestal heel klein. Ook als model kun je meerdere opties op een dag hebben staan (eerste optie, tweede optie etc.). Dat betekent dat je agent de voorkeur geeft aan optie één, maar als die niet doorgaat, is er dus nog een andere optie. Het is een puzzelwerk en een strategisch schaakspel, waar je als model gelukkig niet veel van meekrijgt.
Job: als je bent bevestigd voor de optie, wordt het een job. Een job kan een shoot of een show zijn.

Shoot.

Er zijn verschillende soorten fotoshoots:

• Editorial: shoot voor een tijdschrift
• E-commerce: shoot voor een online webshop (30-50 outfits per dag)
• Lookbook: een paar looks van de nieuwe collectie in print of online (10-20 outfits per dag)
• Catalogus: een blad om de sfeer van de nieuwe collectie te laten zien, dus dynamischer geschoten dan een lookbook (10-20 outfits per dag)
• Campagne: de foto’s die je op de bilboards ziet en in de bladen (5-10 outfits per dag)

Callsheet:

Een document met daarop alle informatie voor de shoot, zoals calltime, locatie, namen van het team enzovoort.


Calltime:

Het moment waarop je op de job aanwezig moet zijn.

Locatie vs studio:

Spreekt voor zich, maar studio wordt in een studio geschoten (duh) en een locatie kan overal zijn: een huis, een woestijn, een auto of een verlaten parkeergarage.

Er zijn vast nog meer woorden die voor mij heel logisch klinken maar die voor de ‘non-model community’ nogal raar klinken. Vanaf nu ga ik ze proberen bij te houden en wie weet komt er dan nog een modellen voor dummies part 2.

XX kusjes van Lily