De 9 fases van een typische maandag
Nu kan ik hier een gezellig inleidend stukje tikken, maar de maandag zelf lijkt me al inleidend genoeg. En hé, die fases hebben trouwens niets te maken met niet naar je werk willen gaan, maar met bijzonder geoefend zijn in het uitslapen, lummelen en lanterfanteren. We zijn gewoon dieseltjes, die pruttelen ook wat bij het opstarten, maar als ze eenmaal lopen, dan rijden we als zonnetjes en zijn ze niet te houden. Dat zeg ik: op de maandag zijn we dieseltjes en dit zijn de negen fases waar we mee te maken krijgen.
1. Aaaaaaaaaaaaaaaah. Aaaaaaaaaaah. Aaaaaaaaaah (dit is de pruttelfase).
2. Ergens in de verte loeit er wat. Je draait je om, geeft je telefoon een flinke jetser en stopt je hoofd onder het kussen. Negen uur is nog ver, ver, ver weg.
3. Hoooly f, negen uur is helemaal niet ver weg. Negen uur is héél héél héél dichtbij. Negen uur is gewoon bijna nú.
4. Geen koffie. Geen sapje. Geen ontbijt. Geen benzine. Waarom was het ook alweer een strak plan om op zaterdag en zondag nul-komma-nul uit te voeren?
5. Doffend klopje in het hoofd rond de wenkbrauwzone. God straft de zondagse drinkers onmiddellijk. Net als vorige week.
6. Taart. Net als je besluit een streng regime te starten, bellen ze aan met het goddelijkste baksel van de stad, want er was weer eens iemand jarig. En dan moet je, want niet-taart-eters zijn toch wat ongezellig. En joh, wat zou het, het is nog maar maandag, je hebt nog een week om je leven te beteren.
7. Je zou zweren dat op vrijdag ál je werk af was. De maandag maakt werktechnische dingen ongedaan, ik zeg het je.
8. Uuuuh, die tandpastavlek ter hoogte van de linkervriendin, hóe lang zit die er al? Begin van de dag poetste je voor het laatst je tanden ja, juist juist.
9. Morgen is het dinsdag en dan ben je on fire.