De dingen die je in bed beter niet tegen je man kan zeggen

Liever noem ik geen namen en al helemaal niet van vrouwen die ik mateloos bewonder, maar een zeker bekend iemand vertelde dat ze haar man weleens een ‘wildcard’ geeft om de boel op te leuken in bed. Met wildcard bedoelde ze dat hij dan álles met haar mag doen. Nu zou ik mijn man ook rustig een wildcard geven omdat ik de kans vrij klein acht dat ik ergens vastgebonden in een SM-kelder beland, maar sommige mensen kun je beter niet op de verkeerde ideeën te brengen. Daarom een lijstje van dingen die je nooit moet zeggen in bed:

“Je mag alles met me doen wat je wilt”

De reden hiervoor is heel simpel: je weet maar nooit wat er oppopt. Zo had een vriendin van mij een vriendje dat een keer toegaf dat hij graag een keertje haar ondergoed wilde dragen tijdens de seks. In het kader van de wildcard liet ze het maar toe. Hij was in de zevende hemel, zij moest er wel om lachen. Maar de geest was uit de fles. Voordat ze het wist, moest die béha áltijd aan. Bij hem, hè. Nu ben ik niet tegen fantasieën, helemaal niet, maar het is niet voor niets een fantasie. Waarschijnlijk is het over het randje, anders zou hij het gewoon al doen.

“Ik fantaseer weleens over iemand anders tijdens de seks”

Natuurlijk doen we dit allemaal wel eens en ja, hij doet dit ook. Als je elkaar al wat langer kent, heb je alles al gezien en meegemaakt en soms kan een onschuldig fantasietje je net dat laatste zetje geven naar de finish. Voor jou is het heel duidelijk dat je in werkelijkheid nooit door een fietsenmaker op de werkbank genomen zou willen worden, maar voor hem kan jouw hersenspinsel nog weleens een eigen leven gaan leiden. Dat je heel toevallig voor de tweede keer in twee weken een lekke band hebt en hij heel achterdochtig vraagt: ‘Alweer?’ (Dit is niet autobiografisch, hoor, alleen maar een klein beetje.)

Niks zeggen (terwijl het pijn doet)

Ik weet niet of je mijn post over de orgasmekloof hebt gelezen, maar mannen komen tijdens de seks veel vaker klaar dan vrouwen. We kunnen hém de schuld daarvan geven, maar het ligt ook echt een beetje aan ons zelf. We geven namelijk lang niet altijd aan wat we fijn vinden en wat niet. En soms is je kabouterkano (dit is toch werkelijk het leukste woord voor ‘kut’, ik móést het gewoon gebruiken) er nog niet aan toe om bevaren te worden. Niet alleen kan penetratie pijnlijk zijn, het is ook nog eens schadelijk. Geïrriteerde slijmvliezen zijn gevoeliger voor schimmels en verkeerde bacteriën en dat wil je al helemaal niet. Daarom stel ik voor dat we mannen beter gaan opvoeden door beter aan te geven wat fijn is en niet fijn. Doe je het niet voor jezelf, doe het dan voor de volgende.

“Zit hij er al in?”

Een vriendin van mij had een one night stand met een model. Hij was lang, gespierd en heel succesvol. Alleen, zo wist zij me te vertellen, was hij behept met een micropenis. Ze had werkelijk geen idee gehad of hij al in the house was of niet. (Daarna kreeg ze alsnog een relatie met hem en heb ik een jaar lang met hem op borrels, etentjes en verjaardagsfeestjes gezeten in deze wetenschap. Dus advies binnen een advies: praat niet met je vriendinnen over formaat.) We kunnen hier heel lacherig over doen, maar het is natuurlijk verschrikkelijk voor een man. Wij zijn kritischer op onszelf, maar ons voordeel is dat je werkelijk alles kunt laten fiksen door de plastisch chirurg. Bij hem is dat anders. Je kunt een paar centimeter aan een duim laten plakken, maar het wordt nooit een kinderarm. Echt eerlijk zijn over zijn formaat is hetzelfde als je man echt eerlijk zou zijn als jij hem vraagt of je te dik bent. Of tegen een bruid zeggen dat wit haar niet staat. Houd het dus gewoon voor je. Vraag je je af of hij erin zit? Dat merk je vanzelf aan zijn eigen reactie. Een lichtpunt: hij is de perfecte man om de geneugten van anale seks te onderzoeken.