De twintig spellen die we vroeger buiten speelden
Toen ik vanochtend in mijn zwierige lentejurk de deur uit huppelde en de buurkinders naast mij de trap af denderden, werd ik overvallen door heimwee naar mijn eigen kinderjaren. Die eerste keer met zonder jas naar school, eindelijk die knieën weer in de buitenlucht (die ook diezelfde dag nog kapot waren) en de sjaal die terug de kast in kon. Maar vooral verlang ik naar de tijd die zich in de uurtjes buiten schooltijd afspeelden. De eindeloze uurtjes spelen op het plein. Buiten spelen, toen mijn lievelings op aard. En hoe erg ik hunker naar die goeie oude tijd, blijken kiddo’s tegenwoordig helemaal niet meer zo veel buiten te spelen. Doodzonde. Ik zou nog wel een rondje willen skippyballen of stelten lopen, en zo zijn er nog veel meer nostalgische klassiekers die ik zéker niet vergeten ben. Door welk spelletje schoof jij weer eens te laat aan het avondmaal?
Stand in de mand
‘Stand in de mand en de bal is voor…’ en dan hopen dat die bal voor jou was. Geluksvogel dat je als balgooier drie grote stappen mocht doen voordat je de bal door iemands poortje gooide. Godzijdank had je een paar levens als je wijdbeens stond.
Stoepranden
En dan niet in de brede straat waar Sofietje woonde. Dat deed je alleen als je écht goed was.
Ik verklaar de oorlog aan…
Ik vraag me af of het spel inmiddels nog bestaat. Toen was het heel normaal, maar het klinkt toch ietwat raar anno 2018. Zo snel mogelijk ‘stop’ roepen en mikken maar. Raak? Dan verklaarde diegene de oorlog weer aan jullie.
Touwtje springen
Alleen was het met z’n drieën een nóg groter feest. Om de beurt het touw inspringen en voor de echte diehards met twee touwen.
Op stelten of op blik lopen
Zo snel mogelijk, dat snap je.
Jongens pakken de meisjes en meisjes pakken de jongens
Ongeneerd achter die knappe blonde rennen van de klas. En hem pakken, dat vooral. Zie je het al voor je, straks, na zessen, op het terras?
Iemand is ‘m, niemand is ‘m
Perfecte tijddoding in de middagpauze. Koning was je als je bal ving. Een zachte bal, dat wel.
Elastieken
‘Elastieken, elastieken, erin, eruit, erin, erop, eruit, draai SPRING!’ Het elastiek ging steeds hoger. MIJN ALLERLIEVELINGS.
Buskruitje
Een variant op het ouderwetse verstoppertje en geleerd van mijn broers. Al mocht ik pas meedoen als ik de spelregels kon dromen…
Knikkeren
Turtlegroen met oranje of geel. Of Neptunes transparant blauw met witte slierten. En pas naar huis willen als je een zak vol bonken had.
Skeeleren
Het verhaal achter mijn kapotte knieën en ellebogen…
Annemaria koekoek
De ‘Annemaria koekoek-roeper’ checkte of je capabel was. Was je dat niet, dan kon je terug naar de zijlijn.
Belletje lellen
Bij die norse Sjaak op de hoek. Had je lef, dan deed je er een speld tussen en bleef de ellende rinkelen.
Lieveheersbeestjes vangen
De rode beestjes verzamelen en een jampot als huisje inrichten met gras en gaatjes in de deksel. Arme diertjes…
Smurfensnot maken
Een plastic zakje, zeepsop en water. Meer had je niet nodig om je uren te amuseren. Het liefste in gifgroen of neon roze.
Handjeklap
‘Er is een vrouw vermoord, achter het gordijnenkoord. Ik heb het zelf gezien, het was op nummer 10.’ ‘Papegaaitje leef je nog, iejadeja.’ Mooi was die tijd.
Tikkertje
Tikkertje met bevries, familietikkertje, onderduiktikkertje… Welke speelde jij? Doe mij maar kustikkertje.
Lummelen
Godzijdank was ik altijd de langste van het stel.
Schipper mag ik overvaren
‘Schipper mag ik overvaren, ja of nee?’ De schipper stemde vervolgens toe. ‘Hoeee dan?’ riep je dan met z’n allen in koor. En dan hinkelend of kruipend de straat over.
Flippo’s verzamelen
En het ging uiteindelijk om wie de dikste klapper had. Maar daar mocht je dan wel eerst honderd zakken Nibbits voor eten. Waar is die goeie ouwe tijd gebleven?