Dit denk je als bruid twee minuten voordat je gaat trouwen
Ik. Durf. Niet.
Tja, ik kan er niets meer van maken. Een jaar lang hebben we toegeleefd naar deze ene dag, naar dit ene verschrikkelijk enge moment. Mijn vader aan mijn arm. Mijn bruidsmeisje met een mandje vol rozenblaadjes voor mij uit. En dan moet ik. Lopen. Stap voor stap zetten. De hoek om. Het witte paadje op. Honderdtachtig paar ogen die naar je kijken. Naar jou. De bruid. En dan denk je dus zo ongeveer dit:
- Godsamme, had ik nou maar gewoon twee keer per week gesport de afgelopen tijd. Misschien zwabberen m’n bovenarmen toch best een beetje. Zouden mensen het zien, dat ik eergisteren nog een Big Mac heb gegeten uit pure stress en omdat ik het godsgruwelijk lekker vind? Ik hoop het op mijn blote knieën maar van niet.
- Zouden mensen zien dat ik gisteren toch wel íets meer dan de twee vooraf afgesproken acceptabele wijntjes heb gedronken uit pure stress en omdat ik het gods…
- Goed, lopen. Ik moet stralen, lachen en blij kijken – want dat staat gezellig. Al is het voor de foto- en videograaf. O god, waar zijn ze? Ze missen dit moment toch niet, hè? Niet fronsen ook al kijk je tegen de zon in. Niet zuchten van de spanning. Maar ik heb een trillip. Spaghettibenen. Braakneigingen. En lachen doet pijn aan mijn kaken. Ik heb werkelijk waar nog nooit zoveel zenuwen tegelijk gevoeld.
- Loop verder. Zoek afleiding. Ah, kijk nou. Ik zie die collega zitten. En die tante. En die vrienden van mijn vriend. Niet kijken naar m’n vriendinnen die zitten te grienen op rij drie. Niet kijken naar mijn moeder. Niet kijken naar mijn pap aan mijn arm… Niet… Toch gedaan. Godsamme. Niet huilen. Lachen, doe het voor de foto’s.
- Wat moet ik doen? Ja, naar voren lopen, en dan mijn vader een kus geven. En dan? Gaan zitten, gaan staan, knuffelen met mijn vriend? Zeg ik mijn vriend überhaupt gedag als ik er eenmaal ben? Dit witte pad lijkt oneindig. Je mag toch niet kussen voordat het allemaal geregeld is? Eh, nee. Nooit geoefend, dit. Plus: ik heb torenhoge hakken aan en mijn rok is vrij lang en mijn bruidsboeket vrij zwaar. Plus: het is dertig graden en hoogzomer in Nederland. Jaja, zondagskinderen met zulk weer op de bruiloft. Maar het zweet gutst me momenteel van m’n kop af. Geen ideale situatie dus om een beetje te improviseren met halve kussen en zitten en staan en weer zitten en weer staan.
- Ik mag toch bidden dat die deodorant ook in tropische temperaturen goed werkt, want je zou maar zweetplekken zien in je trouwjurk…
Blijf lachen.
- Deze huidskleur reusachtige onderbroek die je dus niet ziet onder een witte jurk zit eigenlijk best lekker.
- Ik had duurdere schoenen moeten kopen want deze knellen nu al.
- Goed, eerst de ringen. O ja, de ringen. Romantisch bij elkaar even omdoen… En dan… Passen ze niet. Dat komt omdat het dertig graden is en onze handen vrij opgezwollen zijn van de bloedhitte. We lachen er maar om. Ik stik intussen de moord in die trouwjurk met lange kanten mouwen. Lijkt zo’n leuk idee, als je die op een regenachtige dag in november koopt. Ik hoop dat ze vanaf rij vier die zweetdruppels niet meer kunnen tellen. Sorry voor rij 1 tot en met 3.
- Alle vier de getuigen snikken. Dat is dan wel weer schattig. Maar niet naar kijken.
- Verrek. Ook nog die wedding vows. Ja, leuk bedacht, een lief woordje tegen elkaar zeggen op moment suprême. Krijg dát hele ‘I love you forever and ever’-gezwets er nog maar charmant uit met die honderdtachtig paar ogen op je. Terwijl je je Big Mac-buik krampachtig inhoudt, ook dat.
Het is zover, het is gebeurd. Getrouwd. Vrouw van. De christus. Ik ben zó blij. Niet alleen met mijn man, nee, toch vooral met het feit dat het engste van de dag achter de rug is. Ik hoef niet meer te lopen door een gangpad. Vanaf nu is het bubbels, taart, liefde, proosten en feest. Toch fijn, om eindelijk écht te kunnen lachen en mijn moeder aan te kunnen kijken.
Ik ben blij dat ik durfde. Want het was bij uitstek de mooiste dag uit mijn leven.