Er gebeurt iets in je hersenen als je een kerstboom ziet
Ik heb dus al jaren (oké, dit is jaar twee pas) een roze kerstboom en dat is leuker dan ik je kan vertellen op papier. Ik word er oprecht, intens, zonder grappen gelukkíg van, als ik haar zie.
Mien heet ze. Ze heeft een naam, ja, en komt elk jaar weer terug, vanaf nu dus. Ze is precies zoals ik: lekker chaotisch en ongeordend, maar wel gezellig en vol glitters. Ze is juist wat de rest van het huis misschien mist: over meubels denk je altijd teveel na en moet alles verstandig en braaf en subtiel zijn. Geen felle kleuren. Niet te gek doen. Beige, grijs, hout. Classy en een beetje met manieren, dat idee. Maar met de kerstboom mag ik all out van de man des huizes. Het interesseert hem geen biet en ach, zolang ik glunder van oor tot oor, vindt hij het prima.
Ze is dus knalroze en bestaat verder uit glitterslingers en een glitterpiek. Haar ballen? Er hangt een cupcake in, een ballerina, een champagnefles en een hobbelpaard. Ik zoek nog een ijsjesbal. Er zitten veren in, vogeltjes en vooruit, ook wat bloemen. En strikjes. En zo’n fout parelsnoer. Alles roze, had ik dat al gezegd? En Mien is heel, heel knap. En heel, heel populair onder de kerstboommannetjes in de Pijp. Oké, nu draaf ik door.
Hoe komt het dat we zo gelukkig worden als we die boom opgetuigd en wel hebben staan? Het is bewezen. Psychologen hebben het al lang onderzocht en wat blijkt? Mensen die hun kerstversiering uit de schuur halen en showen zijn gelukkiger. Dat komt door de herinnering die hoort bij die lampjes en ballen en glitters en rendieren. Je denkt automatisch terug aan je jeugd, aan die fijne tijd met mensen die er misschien allang niet meer zijn. Aan heerlijke momenten met familie en geliefden. Je allerliefsten. Dat komt onbewust naar boven, als je zo naar die boom in de hoek van de kamer zit te turen. Ja, zie je, ik wist het wel, Mien. You are special.
En wat me nou toch het leukste lijkt? Dat mijn jongens opgroeien met Mien. Ze mogen dan straks hun eigen kerstbal kiezen. En dat ze later in hun eigen huis als ze op kamers zijn ook een Mien namaken omdat ze mijn Mien zo missen. Twee jongens met een roze kerstboom in een studentenhuis, het zou wat zijn. Maar ik draaf wat door, klopt, en loop ook een tik op de zaken vooruit. Ach, het is bijna Kerstmis, hè. Het mag.