Even over de doktersassistent
Het zou zomaar kunnen dat je, terwijl je dit leest, in de wacht hangt bij de dokter. Dat heb je vaak op maandag, want dan zijn er lullige ongelukjes gebeurd in het weekend of loop je al net te lang met die kloppende duim rond die absurde proporties aanneemt. Maar omdat de hele stad, het dorp of eigenlijk gewoon het ganse land nu naar de dokter belt, hang je nog wel eventjes. Kun je dit ondertussen even lezen.
Als je een hernia hebt, dan heb je een wat intenser contact met de huisarts. Mijn dokter is van het ouderwetse kaliber ‘niet te snel piepen en als je piept, dan is er dus echt iets’. Hij heeft ook nog van die mosgroene vloerbedekking. Prima methode, vind ik. Zo zeg ik altijd dat ik niet graag bij hem langskom en dat dat verder niet persoonlijk is. Hier zit hij verder niet mee. Ik vind dit een fijne omgangsvorm. All good dus, tussen mij en de dok.
Je voelt de ‘maar’, hè? Mijn relatie met de doktersassistente is wat turbulenter. Nu geloof ik heus dat ik geen makkelijke klant ben, want ik wil (als ze het even zo kan regelen) zo vroeg óf laat mogelijk op afspraak komen. Als ze dan één uur zegt, dan begin ik te maar-en, want hallo, da’s midden op de werkdag. Ik ben trouwens ook de chaoot die ’s ochtends ontdekt dat haar pillen voor ’s avonds op zijn. Net voor het weekend. En daar gaan de assistent en ik denk ik de mist in. Denk ik hoor, ik kan het mis hebben. Of misschien komt het doordat ik op het drukste punt van de dag (half negen, jawel) bel om te vragen of de receptenlijn werkt. Lijnen en ik, het werkt stroef.
De assistent maakt er een sport van om mij als een soort oenig wicht de telefoon op te laten hangen. In mij woelt een mix van ‘uuuh-uuuuh-uuuuh-uuuuh?’ en ‘heel-erg-boos-mijn-vriend-bellen’. Hij rekent nu ook op mijn telefoontje als er sprake van contact met de assistente gaat zijn. Als ik vraag, zegt zij nee. Als ik meedenk, doet ze kribbig. Als ik een verweer murmel, hangt ze op. En weet je wat het gekke is? Als ik daar bén is ze leuk. Het niet-lullen-maar-poetsen-typ dat duizend en één dingen binnen een seconde doet. Die je nog net niet installeert met een gebloemd kussentje in de rug en een kop groene thee op de tafel met stokoude tijdschriften en ingevulde kruiswoordpuzzels. Die nog even een kop straffe koffie de spreekkamer in slingert achter mijn dokter aan tussen zijn afspraken door. Ze legt ook in kleine stappen aan de dame van tachtig uit hoe ze haar gaasje moet vervangen. Wat ik zeg, zo’n kanjer waar je van denkt: holymoly, hoe doe je het? Tot ik haar aan de telefoon heb… Ik. Snap. Het. Niet.
P.S.: Voor als je nog steeds in de wacht hangt, we moeten het even hebben over dat wachtmuziekje.