Heel Holland slikt

Pillen, poedertjes, druppels, olietjes… In la douce France is het de normaalste zaak om een snufje oxazepam, een pilletje voor het slapen gaan en wat druppels melatonine door de thee tot je te nemen, maar wij Nederlanders praten niet over hulpmiddelen. Zelf deed ik hooguit aan een paracetamolletje bij scheelziende hoofdpijn, tot de hernia de hoek om kwam. Nu ben ik moeder van een compleet pillenpeloton om op dreef te blijven. Wat lyrica ’s ochtends en ’s avonds en een beetje Ibuprofen-bruis en glucosamine erdoor, want dat schijnt weer goed te zijn voor de stevigheid van de tussenstukjes in je ruggenwervel. Heb ik me laten vertellen, hoor. Een omeprazol om de boel te beschermen. En als dat niet mag baten, dan hebben we altijd nog de paracetamol als extraatje.

Bij de balie van de apotheek moest ik even slikken (haha): nu snapte ik waarom ze bij apotheken ook tasjes en zakjes hebben. Ik kreeg een bulk medicijnen mee, waar ik voor het innemen al spontaan bijwerkingen van kreeg. Of ik wel slaap, vraagt iedereen ook. Mijn hemel, ik slik zoveel dat ik rond 19.00 uur knock-out ga, me om 23.00 uur naar mijn bed verplaats en daar verder tuk tot zeven uur ’s ochtends.

Terug naar wat Nederland slikt, want dat is meer dan we denken. Zo nemen vier miljoen medeburgers iets tegen een hoge bloeddruk, terwijl 1 op de 14 het ook echt nodig heeft, blijkt uit onderzoek. Je kan maar beter stevig voorbereid zijn… Of je kan maar beter twee uur sporten per week en iets minder drinken, want dat scheelt een pil per dag. Nog eens 1 op de 10 mensen neemt iets om te kunnen slapen, wat niet schijnt te helpen maar het is toevallig wel net zo verslavend als een sigaret. Als de ‘r’ in de maand zit, rennen we en masse naar de drogist voor meer hulpmiddelen. Zo’n 42 procent van ons nuchtere volk zit aan de supplementen, vóóral in de winter. Naast de doorsnee vitamientjes en mineraaltjes is er behoefte aan vitamine D, de zogenaamde zon in een potje. Zelfs als onderzoek zegt dat eigenlijk alleen kinderen, ouderen en mensen met een donkere huidkleur hier baat bij hebben. Ook weer een gevalletje van ‘slikken wat je slikken kan’.

Nu bestaan er lijstjes die je op kunt duikelen om te zien wat heel Holland slikt. Naast de huis-tuin-en-keuken-antibiotica staat pijnstiller Diclofenac op één. Die kreeg ik toen ik mijn stuitje brak toen ik achttien was, daar ga je heel spacy op. Omeprazol is ieders vriend om de maag te beschermen om weer ándere medicijnen te slikken. Natuurlijk is daar de ouwe trouwe Ibuprofen tegen de pijn, maar daarna wordt het rijtje interessanter. Bètablokker Metoprolol duikt op, om de bloeddruk te temperen en hartkwalen te helpen. Middelen om het cholesterol te doen dalen. De kalmerende Oxazepam. Ze staan allemaal in de top tien.

Nederland slikt zich blijkbaar in het geniep suf, net als de Fransen. Niet gek dus dat termen als polyfarmacie en ontpillen opduiken, want een pilletje voor dit en een poedertje voor dat schijnt helemaal niet zo hard nodig te zijn. Mits je arts het voorschrijft natuurlijk, want aan receptuur gaan we niet morren. Maar met alle welvaart gaat het medicijn-(mis)-gebruik door het dak. Een pilletje minder kan dus blijkbaar geen kwaad, omdat het bij een groot deel helemaal niet baat. Iets om over na te denken voor je aan het slikken slaat. Ga ik weer even de receptenlijn bellen voor wat Brufen en nog een maagbeschermertje, joejoe.

Bron: De Volkskrant – NRC – Ontpillen, David van Bodegom