Idiote dingen die ik denk én doe als ik op reis ga
Over negen uur pak ik de taxi naar Schiphol (als ‘ie maar op tijd komt, als ‘ie maar op tijd komt, mijn hemel, als ‘ie maar op tijd komt). Ik mag een week de zon in. De Verenigde Arabische Emiraten worden het, waar onze lieve vrienden wonen, die we wél elke week spreken maar zo’n anderhalf jaar niet hebben kunnen knuffelen. Ik zit al de hele dag te tapdansen onder mijn bureautje van opwinding. De potten pindakaas zijn ingepakt, Pluk van de Petteflet is net bezorgd als cadeau en stichtelijke literatuur voor hun tweejarige spruit en mijn zonnebrand koop ik taxfree. Maar als ik op reis ga, dan doet mijn hoofd dingen. Zo heb ik een repertoire met gedachten in het vliegtuig, maar ook vooraf…
Ik denk áltijd dat mijn taxi niet komt of dat de persoon die me hoort te chauffeuren zich genadeloos verslaapt, niet wakker te bellen is en compleet vergeet dat ‘ie ons hoort te brengen. Zelf zet ik tien wekkers, want stel je voor dat je door die vlucht heen slaapt. Hoe lullig, hoe lullig.
Het bikini-debacle is terugkerend, dat heb ik al afgetikt. Het is opgelost hoor, door huize H&M in vorm van een badpak, maar penibel was het wel. Zat ik bijna op een chic strand met een berg vergane glorie… áán. Mijn bikinilijf is er nog niet helemaal klaar voor, dus daar profiteer ik maar weer van de bedekkende mode in Dubai. Bijna niemand die het ziet.
Mijn paspoort is geldig tot ver, maar echt ver in de tweeduizendtwintig en toch heb ik de tik om altijd even de houdbaarheidsdatum van mijn papiertje te checken. Ook al weet ik dat het een nog-van-je-lang-zal-je-leven geldig is. Op het moment dat ik ‘m open sla, dan heb ik toch een kleine roffel in de borstkas, want stel je voor dat het niet meer zo is… Ook al weet ik dat het wel zo is. Ik vind het zelf ook gecompliceerd.
Ik maak afvinklijstjes. Niks geks aan en zelfs bijna georganiseerd, zou je denken. Om ze pas één minuut voor vertrek af te vinken. Krijg je helemaal niet het tevreden gevoel van dat je hoort te krijgen van afgevinkte lijstjes met als irritante dat je voor alles wat je vergeten bent nog maar één minuut hebt. En dat terwijl de taxi er bijna kan zijn (als ‘ie maar op tijd komt, als ‘ie maar op tijd komt, als ‘ie maar op tijd komt).
Die kilo’s, die kilo’s, en dan bedoel ik niet die op mijn heupen (ook al maak ik me daar ook zorgen om), maar die in mijn koffer. Ik heb al één ding getackeld: ik ga voor het eerst een e-reader proberen. Daar is mijn vriend vooral blij mee, want ik stopte standaard altijd al mijn zes of zeven boeken bij hem in de rugzak. Ik bedenk tien keer per jaar dat ik een bagageweger (hoe noem je dit?) moet kopen, heb ik vorige keer gedaan maar geen idee waar ‘ie is. Resultaat: gehannes met een koffer op je weegschaal.
Het vliegtuigvoer vind ik zo zonde van de calorieën en daarom haal ik altijd netjes hapjes en eten voor de vlucht (Simone is een trotse moeder), maar op de terugweg zit ik altijd aan zo’n dubbele, kleffe sandwich in precies de smaak die ik niet wil. Want die je wel wil zijn uitverkocht, omdat de heenweg druk was. Hoe-zo? Dan bewaar je toch de helft voor terug? Echt, first world problems. Ik weet het.
Maar verder kan ik niet wachten, ik tapdans hier zo de deur uit. Ajuus.