Ik geef dus een gender reveal party en dat gaat zo
Een vriend van ons appt Billy: ‘Eh, wat geef je eigenlijk cadeau op een gender party?’ Weten wij ook niet. Billy appt terug: ‘Misschien kun je het op Amayzine vinden?’ Zo gaat dat.
Ik heb dus al weken geleden, sinds ik weet dat het er twee zijn, bedacht dat ik een taartenfeestje wil. Twee taarten, twee kleuren vanbinnen, en hop, wij samen opensnijden. Met onze beste vrienden en familie erbij, en dan joehoe, allemaal juichen. Of lachen. Of huilen. Of alles. Ik weet eigenlijk ook niet zo goed hoe dat gaat. Het is nogal wat. Maar ik vind het ook zo stom om het te appen: ‘Nou, joe, dit is het geslacht en doei fijne dag’. Vandaar die taarten en cupcakes en slingers en ballonnen en bitterballen en een huis vol, die overigens wel het allerleukst zijn, van Life of Pie. Gouden tip mocht je ooit nog een feestje organiseren. Maar zoiets wil ik best aan de grote klok hangen. Dat mag. Het verandert ons leven in alle opzichten, vandaar die heisa eromheen. Vandaar dat we een party geven. Mét kinderchampie. Overdreven? Absoluut. Leuk? Ja. Spannend? Nog meer. Want hoe reageert iedereen? En hoe reageer ikzelf?
De grap is dat we het zelf allang weten; ik kan ze al met hun namen begroeten. Maar de rest nog niet. En dat is best een ding, merk ik, zo bij je eerste kinderen. Opeens ga ik vertellen waar mijn ouders opa en oma van worden. Niet dat het ze uitmaakt, zolang het maar gezonde baby’s zijn. Ik heb het plan van een gender party dus allang, maar nu het bijna zover is, vind ik het best een beetje spannend. Ik ben zelfs nerveus. Het werkt niet mee dat ik bakken hormonen met me mee draag elke dag, want ik huil al als ik een babyvoetje van een vreemde op Instagram zie. Dan wil ik ook mijn eigen babyvoetjes alvast kunnen zien. Zo van: na die taarten mogen ze er eigenlijk wel zijn. Dan hoeven we ook die allang bedachte en besloten namen niet langer geheim te houden.
Ik merk overigens hoeveel dingen je eigenlijk voor jezelf houdt, zo tijdens je zwangerschap. Dat gaat me beter af dan ik dacht. Maar je hebt het ook nodig, als bijna-moeder. Ik verwerk dingen zelf op mijn eigen manier, op mijn eigen tempo. En ik praat eerlijk met iedereen over mijn gevoelens, maar op een geheimzinnig level, zeg maar. Voor mij is zwanger zijn nog niet die gezellige wolk. Ik vind het lastiger dan ik dacht. Maar dat neem ik mezelf niet echt kwalijk, het loopt ook allemaal net een slag anders dan ik ooit had verwacht. Dat moet even om in mijn hoofd. Dat heeft niets meer dan tijd nodig, want van mijn kinderen ga ik het allermeest houden. En juist hier denk ik graag aan. Taarten of geen taarten. Ik heb soms zo zin in moeder zijn. Ja, ook in het ‘zware begin’, waar iedereen me bang voor maakt. In die tijd van nachten uit bed met flesjes. Ik vind het leuk. Ik vind het het speciaalste wat ik tot nu toe heb meegemaakt in mijn leven. En dat ze over een jaar of twee, drie aan mijn bed staan te joelen. ‘Maaaaam, kom nouuuuu uit bed, ik wil voetballen/balletten.’ Bij het idee alleen krijg ik al een glimlach. En bijna een traan van geluk, want ja, hormonen.
Nou, we gaan er een feest van maken vandaag. Een roze of blauw feest. En eigenlijk maakt het niet uit. Want eigenlijk zouden we juist een feestje moeten geven omdat de echo’s er tot nu toe allemaal goed uit zien. Gezonde kindjes, dat ziet de gynaecoloog. Twee. Onze kindjes. Die druk naar elkaar zwaaien in m’n buik. Met armpjes, beentjes, hoofdjes; alles. Dat is het grootste feestje op de wereld waard. Zullen we daar dan nog maar twee extra glitter-confetti-taarten voor halen?