Nederlandse gezegdes die ik echt heel raar vind
Taal is vreemd. Zinnen zijn gek en woorden zijn raar. Na een hele lijst met woorden die ik gewoon niet zo snap is het tijd voor de spreekwoorden en gezegdes. (sorry, mijn naam is Corrie). Hoe KUT als je Corrie heet en je je blijkbaar moet verontschuldigen voor je naam? Aanschouw: de spreekwoorden die ik niet snap.
Wie zijn gat brandt moet op de blaren zitten
Je kunt ook gewoon blijven staan of blarenpleisters kopen of op je buik liggen doei.
Dat slaat als een tang op een varken
HOEZO? Poor biggetje.
Aan iemands lippen hangen
Ben ik de enige die nu een miniatuurpoppetje voor me ziet dat met man en macht (misschien zelfs met bijtel) aan je onderlip hangt?
Zoals het klokje thuis tikt, tikt het nergens
Als het nou zou zijn: zoals je bed thuis ligt, ligt het nergens: oké. Maar een klok? Spontaan in staat om ‘m mee te nemen op vakantie om te kijken of ‘ie anders tikt.
Men mag een gegeven paard niet in de bek kijken
ER STAAT EEN PAARD IN GANG! RENNEN! Oh nee, eerst even kijken wat er in zijn mond zit. En wie geeft er nou tegenwoordig nog een paard? Zó Pippi Langkous.
Eerlijkheid duurt het langst
Duurt het kortst, dat bedoelen ze toch eigenlijk? Het lijkt me dat liegen uiteindelijk langer duurt, want je wringt je in allerlei bochten, maar goed.
Wie het laatst lacht, lacht het best
Of is traag van begrip en snapt de grap te laat. Loser.
Een man een man, een woord een woord
Een compléét willekeurige opsomming van woorden die niks betekenen, kun je net zo goed zeggen. Een iPhone een iPhone, een zeepaard een zeepaard. Of: een bitterbal een bitterbal, een ananas een ananas.
Als het kalf verdronken is dempt men de put
Binnenkort in de bios: The Ring III. Meisje klimt uit put met kalfskelet op haar rug. HOU OP HOOR.
De appel valt niet ver van de boom
Wie bepaalt dat? Ik zou echt die rebellerende appel willen zijn met schietfunctie die ineens vijf kilometer verderop eindigt op een parkeerplaats. Bitches.
Wat de boer niet kent, dat vreet hij niet
Ik kan je zeggen dat ik een ‘boertje’ thuis heb zitten dat eerst níets anders dan AVG’jes at ’s avonds en die nu maar mooi aan de kaasfondue, oesters en olijven zit. Nu jij weer. Daaag.