Vrouwen gaan dus vet vreemd
En dit is het bewijs
Oké, oké, oké, oké, dit is een kort-door-de-bochtje, want het is niet gezegd dat je moet vreemdgaan om uit elkaar te gaan (al is het als we heel eerlijk zijn meestal wel het geval), maar wat wel echt onderzocht is, is dat vrouwelijke koppels veel sneller uit elkaar gaan dan man-vrouw-paartjes. En de winnaars in langdurige liefdes zijn de gays. Wie had dat nou weer gedacht?
Ik hoorde het gisteren op Radio 1, waar mijn oude collega Martijn Rosdorff zijn rubriek Feit of Fictie presenteerde. De aanname was dat vrouwelijke stellen sneller uit elkaar gaan. En dat bleek dus zo. Het CBS had gehuwde stellen tegen het licht gehouden in de periode 2005 (jaar van trouwen) tot 2015 en dit waren de percentages.
Roffelderoffel.
- Van de heteroseksuele stellen was 18 % uit elkaar. Vond ik meevallen trouwens, maar dat terzijde.
- Van de gay-koppels was 15% uit elkaar. Zij zijn dus echt de winnaar, want:
- Van de vrouwen was 30 (dértig, DERTIG) procent uit elkaar.
En ik altijd maar denken dat vrouwenkoppels het zo makkelijk hebben want die kunnen lekker haren vlechten, begrijpen dat je chocola en dekens wilt als je ongesteld bent (dit zijn trouwens de ergste grappen van mannen over menstruatie waar ik dan toch stiekem ook om moet lachen) en zeggen niet dat je ontslag moet nemen als jij gewoon zevenhonderd keer wilt zeiken over je leidinggevende.
Maar zo is het dus niet. Martijn Rosdorff belde een relatietherapeut. Of zij wist van hoed en rand. Zij legde de oorzaak ook heel erg bij onze daadkracht. Vrouwen nemen eerder het initiatief om te gaan trouwen, maar zeggen ook eerder: genoeg is genoeg. We gaan door. Die man, die blijft gewoon op de bank zitten. Linkerhand om het biertje, rechterhand in het broekje. Die hoor je verder niet. Maar wij vinden ons leven te mooi. Plukken de dag enzo. En dan nog iets. We zijn verbaal natuurlijk veel sterker. Of sorry, ‘natuurlijk’ zeg ik, de therapeute zei: vrouwen zijn verbaal sterker. Dan gaat het sneller hard tegen hard met ruzie en scheiden als mogelijk gevolg.
Derde argument: jaloezie. Want dat kan ons niet worden gezegd en in een zij-zij-relatie is hier ook sprake van én én.
Toen ik thuiskwam, trof ik mijn jongste dochter. Ze had vadertje en moedertje gespeeld met haar vriendinnetje S, maar waren allebei moeder. En S had de baby gekregen. Dit vanwege de allerleukste moeders die sinds een half jaar hun dochter bij mijn meisje in de klas hebben zitten. Ik vulde de glazen (ik grijp elke reden aan, het was tenslotte al woensdag) en was dankbaar voor haar mooie voorbeeld. Ondertussen hoopte ik dat deze twee leuke vrouwen de uitzondering op de regel zullen zijn en nog lang een lichtend voorbeeld mogen zijn voor hoe het ook kan.