Vrouwen met een zus zijn gelukkiger
Zussen. Ik kon altijd jaloers zijn op vriendinnen met zussen. Samen nagels lakken, bladeren door blaadjes, praten over de liefde en vooral, het walhalla: elkaars kleding lenen. Eén keer kleedgeld was drie. Gelukkig had ik het voordeel een zeer smaakvolle moeder te hebben met dezelfde kleding- en schoenmaat, maar toch, maar toch. Graaien en grasduinen door de kast van je zus, heerlijk. Of samen met vakantie. Oké oké oké, dat ze flirt met je vriendje en precies stiekem jouw nieuwe jurkje eerder heeft gedragen dan jij, dat vergeet ik maar even voor het verhaal.
Een broer heeft ook zo zijn voordelen. Mijn broer en ik hadden zelden mot. Ik zat altijd braaf op de bank met zijn benen op mijn schoot North and South te kijken. Hij bracht knappe vrienden de woonkamer in (nooit iets mee gedaan trouwens, best jammer) en ik had altijd mijn persoonlijke bodyguard bij me tijdens het uitgaan.
Kortom, klagen doe ik niet, maar uit onderzoek van de Montfort University en de Ulster University blijkt dat vrouwen met zussen blijmoediger, optimistischer en aardiger zijn dan vrouwen zonder zusters. Waarom? Vrouwen praten, dagen elkaar uit hun emoties te delen. Dat leidt tot evenwichtiger gemoedstoestanden met als bijkomend effect dat je vrolijker (dus aardiger) en optimistischer wordt.
Dus als je je zus bloedje- bloedje- bloedirritant vindt of je net als ik wel eens horendol wordt van het gekibbel van je dochters, moet je maar denken dat het allemaal ergens goed voor is. Ook dat valt onder het delen van emoties namelijk. Een leuker mens. Dat worden we ervan. Zeggen ze dus.