Waarom een mooie zomer feest is als je sporten háát

Ik kan je één ding zeggen: ik ben een beetje klaar met die vreselijke hitte. Die extreme hitte. Die hittegolven 2.0.

Ik hou best van zon, strand, zee en zomer. Ik hou van rokjes, jurkjes, blote bruine benen en rosé uit de Provence. Maar met 38 graden in hartje Amsterdam wonen is niet bepaald een pretje, kan ik je vertellen. Geloof me maar. Ik drijf al weken letterlijk uit bed, heb meer muggen in huis dan mijn katten kunnen vangen en we zijn allemaal chagrijnig. Man, katten, buurvrouw, vriendinnen: iedereen. Slecht slapen, de godganse dag door zweetokkies hebben en een drijfnatte rug moeten trotseren op die ellendige fiets. Het is gewoon niet geinig meer. Zomer is leuk. Hittegolven zijn stom.

Toch heb ik iets ontdekt dat mij – en met mij vele anderen – ontzettend opvrolijkt. Namelijk dit. De zomer is bij uitstek het beste excuus dat je kunt hebben als je sporten haat. Natuurlijk zijn er grapjassen die met 30+ gewoon met blote bast joggen door het Vondelpark. Natuurlijk zijn er fanatiekelingen die bootcampen om 06.00 uur des morgens ‘omdat het dan nog niet zo warm is’. Die gaan zwemmen elke dag, want ‘dat is goed voor het héle lijf’. Maar het hóeft even niet. Je hebt hét smoesje in handen: ‘Het is zomer. Ik ga wel weer als het saai, grijs en fris is buiten. Nu is het tijd voor terrasjes.’

Precies mijn motto. Je gaat heus wel weer als je niets beters te doen hebt op een maandagavond. Nu heb je zoveel te doen. Je moet varen, zwemmen en naar the beach. Je moet bruin worden; hard werken aan die tint om een beetje knap de herfst door te komen. In die herfst, als we langzaamaan weer Hollands bleek worden, jawel, dan gaan we weer braaf naar pilates, bodypump of tennis. Dan joggen we heus een rondje mee. Nu even niet. Niemand die raar opkijkt als je nu niet gaat, want het is ook werkelijk waar te heet om aan wilde sportbewegingen te denken. Iedereen snapt je. Iedereen is het met je eens, een beetje. Je hoeft niet. Er is geen sociale druk.

En dat ze airco hebben in elke sportschool in de stad, dat negeer ik met alle liefde.