Waarom het oké is om meer van je huisdier dan van de meeste mensen te houden
Mijn kat is vermist. Na vijf jaar elke dag trouw op mijn schoot te hebben gelegen is ze van de ene op de andere dag niet meer thuis gekomen.
En geloof me: dat is moeilijker dan ik ooit had verwacht. Ik en mijn vriend hebben twee katjes: Gin en Tonic. Ja, echt. En nu is dus Tonic weg. En alleen gin… Dat klopt niet. Ze waren samen onze mini’s, onze baby’s (want echte baby’s zijn er nog niet), onze vriendinnetjes, ons gezinnetje. Het zette me aan het denken: hoeveel kunnen mensen van een huisdier houden? Hoe erg mag ik haar missen elke dag, want… Het is toch maar een kat? Geen mens dus. Is het gek als we samen voor het slapen om haar huilen?
Vaak houden baasjes van katten en honden meer van hun brave viervoeter dan van de meeste andere mensen. Uit onderzoek blijkt dan ook dat huisdieren je echt gelukkiger maken. En ook blijkt het zo te zijn dat rouwen om een huisdier vergelijkbaar is met rouwen om een mens. Dat is lastig uit te leggen, want je wordt al gauw bang dat je als ‘dat gekke kattenvrouwtje’ wordt gezien, of als die ‘overdreven hondenvriend’.
Mensen vinden over het algemeen dat een relatie tussen twee mensen hoger staat dan een relatie tussen mens en dier. Maar voor velen is dit helemaal niet zo. Natuurlijk hou ik van heel veel dierbaren om mij heen, maar ik hou ook echt heel erg veel van mijn katten. Ik hou ook nog steeds van mijn ingeslapen jeugdhond, een zwarte labrador, die 14 jaar lang een echte vriendin was. Volgens psycholoog Nienke Endenburg, die gespecialiseerd is in rouwverwerking van dieren, rouwen mensen in Nederland gemiddeld 8,5 maand om hun hond of kat. ‘Hoe sterker de band met het dier was, hoe langer het rouwproces duurt. Dieren kunnen bijvoorbeeld een grote steun zijn geweest bij een scheiding of ziekte. Als zo’n dier overlijdt, is het alsof een deel van het gezin of van jezelf wegvalt.’
Dan heb ik nog een lange weg te gaan, helaas. Ons leventje is niet meer compleet. Nooit meer die kwispelende grijs-zwarte vriendin die voor het raam staat te wachten. En ik kan heus wel lachen, werken, met vriendinnen eten, kletsen, blij doen en mezelf zijn, maar thuiskomen is nooit meer hetzelfde.
Bron: Het Parool