Waarom je volgens psychologen hoe dan ook áltijd ruzie maakt in de Ikea
“Je kunt ook híer parkeren,” begin ik vol goede moed, op een aardige toon. Maar eigenwijs rijdt hij zonder te kijken verder, want hij denkt een betere plek te kunnen vinden. Joepie, daar begint de pret.
Als we de auto parkeren is het steevast al gekibbel. “Je gaat niet elke snoeppot en theedoek in die kar gooien, hoor. Dat hebben we niet nodig. En ook geen achttien fotolijstjes voor aan de muur die we nooit ophangen.” We lopen de gele Ikea-letters tegemoet en de irritaties hangen als regenwolkjes om ons heen. “We hebben wel een nieuw kleedje voor op de bank nodig, hoor, echt,” zeg ik dan maar. “We hebben al zeven kleedjes.” “Maar acht staat zo mooi.” We zijn net binnen.
Volgens psychologen is het niet zo gek dat we ruziemaken in de Ikea. Dat komt namelijk vooral door het feit dat er in de Ikea een miljard keuze is. In alles. Zo zijn er al 80 verschillende banken en 54 verschillende pannen. Om nog maar te zwijgen over de afdeling beddengoed, kasten en vazen. Juist omdat er van alles zoveel is, is het lastig kiezen en dus is de kans groter en groter dat je het niet eens bent. Zodra je het eenmaal over één dingetje niet eens bent, is het hek van de dam. Het wordt dan alleen maar moeilijker om het nog wél over iets eens te zijn. En je wilt ook wel een beetje rekening houden met diegene van wie je houdt, maar ja, hoe kómt ‘ie erop om die vierkante blauwe hoekbank uit te kiezen en niet die beige, zachte, knusse driezitter? Hoe dan?
Er is meer. Zo stellen experts dat het ook ander oud zeer naar boven haalt, dat hele gemok over wel of geen glazen met gouden randje. Want het haalt bij iedereen andere herinneringen op. Als in: “Ik mag die glazen met dat gouden randje niet omdat jij sowieso elke dag álles bepaalt in de keuken. In huis. Alles is van jou en hoe jij het wilt. Je doet zo bazig.” Dat idee. Of andersom: “Hoezo wil jij die glazen met een goud randje? Je pakt nooit een glas water voor me.” Kortom: er komt meer bij kijken. Die glazen zijn ineens helemaal geen gewone glazen meer. En dan is het al gauw gedaan met de gemütliche sfeer en wordt er al gauw gesmeten met kleine houten potloodjes. Bovendien reageren we ook veel af op onze partner in zo’n winkel als iets niet wil lukken. Is die leuke tafel uitverkocht? Wel %^&$^@!$#. Jouw schuld.
Nee, mijn leukste anekdote wat betreft Ikea komt uit het tijdperk dat het eens uit was tussen mij en mijn vriend (lees: dat had jarenlang iets te maken met een knipperlicht). Mijn vriend heet Billy. En op een dag nam mijn moeder mij en mijn broken heart mee voor een fijn, moeder-dochteruitje, om me een beetje op te peppen, dacht ze. We gingen naar Ikea. Mocht ik iets uitzoeken, leuk. Lief. Maar nee. Je raadt het al: stond ik opeens in een gang, nee, in een hele hál, een hele verdieping, vol met Billy-kasten. Duizenden. Tranen met tuiten.
Ach, gelukkig is het goed gekomen met de menselijke variant van de Billy. Wie weet mag ik op een dag zélfs het negende kleedje voor op onze bank kopen. Ik hou hoop.
FACTS
- De Billy-boekenkast is het meest verkochte product van de Ikea. Wereldwijd wordt er elke tien seconden een Billy’tje besteld.
- Alle boeken die je in de showrooms ziet bij Ikea zijn van de medewerkers zelf.
- Waarom alle Ikea-producten namen hebben? De zoon van oprichter Ingvar Kamprad is dyslectisch en zo dacht zijn vader dat hij alles beter kon onthouden.