Wat er gebeurt als je naar de Louis Vuitton-winkel gaat om iets te ruilen
Ik heb werkelijk waar nog nooit zoiets meegemaakt. Je denkt soms weleens dat je écht de enige bent met een bepaald plan, totdat…
Onder het mom van ‘ik ben zwanger van twee dus ik mag mezelf best in de watten leggen’ kocht ik net iets te dure maar wel de allermooiste oorbellen. Van onze vriendelijke vrienden van Louis Vuitton. Ja, ik weet: ik kan beter sparen voor een flesjesopwarmer, een speensterilisator of autostoeltje, maar ja, soms wil je nu eenmaal iets wat je beslist níet nodig hebt. Wat je ook niet thuis aan de grote klok hangt bij manlief. En in mijn geval gaat het dus om oorbellen. Goud, kleine v’tjes. Subtiel, alleen de kenners weten waar ze vandaan komen en wat er voor immense prijskaart aan bungelt. Dat is juist de charme. Plus: het scheelt dat mijn man geen flauw idee heeft wat voor oorbellen het zijn. Sterker nog: hij ziet ze waarschijnlijk niet eens.
Afijn. Daar gaat het niet om. Het gaat om het feit dat ik eerst iets anders had besteld bij onze vriendelijke vrienden van Louis Vuitton en dat ik dat wilde ruilen voor die schattige v’tjes voor in mijn lellen. Daar ging ik, vol hoop en enthousiasme, kassabon braaf in mijn linnen slobbertasje. Want hé, een tas van LV is nog even too much. Dat kan pas als ik die flesjesopwarmer, speensterilisator en dat autostoeltje al heb gekocht. Ruilen dus. Dinsdagochtend, door miezerig Amsterdam, hop, op het verroeste fietsje naar de P.C. Hooft.
Ik dacht: dit is binnen vier tellen gebeurd. Ze zijn blij dat ik er ben. Ze ontvangen me met open armen. Ze zijn blij dat er één iemand op dinsdagochtend is. Niet dus. Bij de deur word ik tegengehouden. Door de hostess. Ik herhaal: een hostess. Met een iPad en een heuptas met duizend logootjes. ‘Waar kom je voor?’ ‘Ehhhhh, ik wil graag iets ruilen.’ Opeens baal ik dat ik geen mascara op heb. ‘Helemaal goed. Ik zet je op de lijst.’ Op de lijst? denk ik. Dan kijk ik verder. Er staan achthonderdtienduizend mensen in die zaak. Alsof er grátis tassen te krijgen zijn. Alsof het prijzen zijn van de H&M, Primark, Zara. Alsof er een korting is van 80 procent. Dit is geen grap. Er staan echt tig duizend mensen en ik moet in een wachtrij. ‘Maar… Hoe vinden jullie me dan weer, als ik aan de beurt ben?’ stamel ik tegen het heuptasje. ‘Daar is een systeem voor,’ knikt ze, en of ik kan gaan, want de deur wappert weer open.
Handtassen, portemonnees en koffers vliegen over de balie en zonder blikken of blozen wordt er links, rechts en achter me gepind en besteld. Sjaaltjes worden om de nek gehangen en zonnebrillen op de neus gejengeld. Ik krijg een glas water omdat ik eventjes moet wachten. Het lekkerste, koudste, chicste water dat ik ooit heb gedronken. Op een dienblad. Toeristen vliegen binnen en passen veertien paar schoenen. Ze kopen er ook acht. Ik weet niet meer waar ik moet kijken. Ik vind opeens die hele oorbellen een beetje… Petit. Dan toch maar die tas erbij nemen? Ik ga twijfelen. Door al die vierduizend mensen voor mij. Eindelijk ben ik aan de beurt. Na een verward uur heb ik dan het sieraad waar ik voor kwam in mijn handen. ‘Jeetje, wat een drukte vandaag,’ zeg ik wat versuft tegen het meisje dat me helpt en de twee v’tjes kalm inpakt in oranje LV-doosjes. Ze lacht. ‘Dit is een van de rustigste dagen die ik sinds tijden heb gehad hier.’
Wat was ik blij dat ik weer naar huis mocht.
En dat ik altijd alles online bestel.