Als je Jamie Dornan ontmoet
Zeggen dat je een interview hebt met Jamie Dornan is zo’n lekker evenement dat je af en toe even luchtigjes tegen de mensen aan kan houden. “Donderdag half vijf? Wordt lastig, dan heb ik namelijk een interview met Jamie Dornan.” Vanmiddag borrelen? “Nee, sorry, ik moet echt die vragen voor Jamie Dornan nog even voorbereiden.”
Jij denkt nu misschien: Jamie Dornan, Jamie Dornan… Dat was toch die intens goed gelukte meneer uit die verfilming van dat boek waar er meer dan 60 miljoen van zijn verkocht? Ik knik dan nu, want verder heb ik afgesproken om het daar niet over te hebben. Bovendien heb ik de film niet gezien en dat is maar goed ook, want dan zou ik aan heel andere dingen denken tijdens het interview waarschijnlijk, en ik spreek hem omdat hij wederom, of nog steeds, het gezicht is van Boss The Scent.
Samen met ‘onze’ Birgit Kos is Jamie (ik mag Jamie zeggen, ja) weer de ambassadeur van een van de best verkochte geuren van de wereld. De gedachte achter de campagne (zeldzaam mooi verfilmd door Drake Doremus) is dat we zoveel echte contacten vervangen door de virtuele versie en dat geur het middel is om ons terug te brengen naar de realiteit. Ain’t nothing like the real thing, tenslotte.
Afijn, die samenwerking vroeg om een ‘encore’, dus toen Boss een Boss The Scent Absolue toevoegde aan het portfolio, werd hetzelfde dreamteam opgetrommeld. En toen de helft van het dreamteam in het Amsterdamse Conservatorium Hotel was (een locatie die ik strikt geheim moest houden overigens) vond ik het natuurlijk helemaal prima om hem daar even het hemd van het geboetseerde lichaam te vragen. Spreekwoordelijk gezien dan, hè. Waar zie je me wel niet voor aan.
Weekend in Amsterdam
We ontmoeten elkaar op de bovenste verdieping in de suite, waar iedereen druk is met het maken van gezonde sapjes. Ik ga alvast zitten op een van de twee uitgelichte banken als Jamie binnenkomt. “Ik herinner me jou.” De grap dat ik me hem ook herinner maak ik niet. Dat was in Londen, ik wil weten of hij het in Amsterdam ook naar zijn zin heeft.
‘Enorm. De laatste keer dat ik hier was was in 2001. Ik was negentien, zat nog op de universiteit en ging met mijn beste vrienden met de ferry van Newcastle. Dat was verre van geweldig, maar we hadden geen geld. Ik geloof dat ons hotel niet eens een voordeur had, maar ik herinner me überhaupt vrij weinig van dat hele weekend. Ik had toen niet kunnen bedenken dat ik hier achttien jaar later in deze hoedanigheid in een vijfsterrenhotel zou zitten. Ik appte mijn vrienden net nog: ‘Ik ben in Amsterdam. Weten jullie nog?’ Mijn vrienden zijn dezelfde gebleven, mijn leven niet.’
We zien elkaar vanwege Boss The Scent, waar je het gezicht van bent. Boss concentreert zich ruw gezegd op twee groepen mannen: de urban city-guy van The Scent en het type ik-hak-mijn-eigen-hout van Boss Bottled. Jij bent geboekt voor de campagne van the Scent, maar ben je dat ook in het echt?
‘Ik ben niet bepaald een man die zijn eigen hout hakt, maar ik woon wel op het platteland en we hebben een hond, twee paarden, twee geiten, vijf kippen en een konijn, dus we zijn ‘fairly countryfied. Aan de andere kant heb ik vijftien jaar in Londen gewoond en breng ik een groot deel van mijn leven door in steden, dus ik ben een goede hybride van deze twee soorten mannen, zou ik zeggen.
We vonden Londen geweldig, maar zijn de stad uit gegaan om onze kinderen ruimte te bieden, goede kwaliteit van de lucht te geven in een omgeving waar ze vlees eten dat van dieren komt die een goed leven hebben gehad.’
De campagne wil mensen aanzetten om in het nu te zijn, iets waar jij volgens mij een groot aanhanger van bent.
‘Menselijke interactie zou zoveel beter zijn als we niet afgeleid werden door allerlei andere zaken die ons uit het nu halen. Ik ben daar zelf helemaal geen heilige in overigens, hoor. Ik betrap mezelf er ook zo vaak op dat het eerste wat ik doe als ik wakker word mijn telefoon pakken is.’
Je bent ook met Instagram gestopt.
‘Ik ben er ook amper mee begonnen. In zes maanden tijd heb ik geloof ik vier dingen gepost. Ook dat gebeurt door kinderen, dat je meer tijd met hen wilt zijn en niet als een zombie de hele tijd op je telefoon wilt zijn. Nu kun je elke sportwedstrijd kijken, waar je ook bent, maar het is op zich ook niet dramatisch als je ze niet allemaal live ziet. Mijn vrouw leest bijvoorbeeld minstens een boek per week. Dat kan ik echt niet. Komt ook door de kinderen (Jamie heeft drie dochters: een van zes, een van drie en een van acht maanden, MM), maar ook doordat ik meestal al weet welke drie projecten er op stapel staan en ik dan vind dat ik mijn tijd nuttig moet besteden en me moet verdiepen in het script in plaats van in een willekeurig boek. Het laatste boek dat ik las dat me echt heeft geraakt is The Fountainhead van Ayn Rand. Niet dat ik het nou zo ontzettend eens ben met haar denkbeelden en blik op de wereld, maar het is gewoon zo zeldzaam mooi geschreven.’
En wat doe jij dan als je vrouw dat boek zit te lezen?
‘Dan kijk ik, euh, golf ofzo. En nee, dat is niet zonde van je tijd. Dat is het beste van de wereld. Het is therapie, haha.’
Jij bent Iers (Jamie is geboren in het plaatsje Holywood in Ierland MM) en hoewel ik er nooit geweest ben, denk ik dat ik het daar behoorlijk naar mijn zin zou hebben. Wat moet ik doen om een beetje Irishness aan mijn leven toe te voegen?
‘Volgens mij kunnen Ieren en Nederlanders heel goed met elkaar opschieten. We willen het graag leuk hebben en genieten van de sociale kant van het leven. Ieren kunnen wat zwaar op de hand zijn, maar zoeken wel de balans van het leven en zijn daarom heel erg in het moment. En daar komt meestal inderdaad wel een drankje bij om de hoek kijken.’
Terug naar Boss, hoeveel flacons heb je verslonden sinds vorig jaar?
‘Nou, ik ben een groot voorstander van ‘less is more’ als het om het aanbrengen van een geur gaat. Ik haat mensen die te veel gebruiken. Ik heb zoveel flacons van Boss The Scent gekregen dat ik, met mijn consumptiegedrag, waarschijnlijk de rest van mijn leven hetzelfde zal ruiken. Gelukkig heb ik nu de Absolue, dus een variatie op een thema. En mijn vrouw vindt het lekker, dus dat is fijn.’