Bewezen: waarom je het als vrouw niet goed kán doen

Aan dit onderzoek kwam geen professor te pas, geen stapels met statistieken of een moeilijke formule. Ik keek gewoon even om me heen en toen wist ik het al. Eerlijk: als vrouw doe je het nooit helemaal goed. Vinden we van elkaar, vinden mannen van ons, vinden we van onszelf, dat bewijzen dan wél weer die cijfers. Zegt ze even hoor, op Internationale Vrouwendag.

Maar ik bladerde vandaag door de artikelen die zo’n dag met zich meebrengt en hoe hard ik ook zoek, dit blijft mijn conclusie. Op een lijstje van de tien rijkste vrouwen op aarde en dat we nu ein-de-lijk net zo hoog opgeleid zijn na, wat weer zegt dat we rijker moeten zijn en slimmer. Het glazen plafond vergruizen en doorbreken, vrouwen aan de top, dat werk. Of we hebben commentaar op moeders die thuis blijven of op de vrouw die meer dan 40 uur maakt en thuis een nanny heeft zitten. We werken te veel, dan weer te weinig. Toch?

Als je trouwens één keer iets vindt van een vrouw en het zegt, dan ga je à la minute aan het kruis. Publiekelijk. Je wordt gefileerd, geknipt en geschoren, want hoe durf je, wij vrouwen moeten elkaar steunen. Wat ik dan weer niet echt terug zie in zo’n fileersessie, maar dat ligt vast aan mij.

Eerlijk: ik denk dat zo’n Internationale Vrouwendag heus heel belangrijk is, maar ik dacht dat het was om elkaar te supporten. Eigenlijk lees ik alleen maar wat we nog niet hebben bereikt, of je niet een beetje beter je best kan doen. De vrouw is voor eeuwig parttimer. Nou en? De vrouw is te veel moeder. Kan niet. De vrouw is te weinig baas. Hoezo? Gemiste kans op een dag als dit, als je het mij vraagt.

Ik las op LINDAnieuws een stuk over hoe de vrouwen achter het pamflet ‘DAMN, HONEY’ het vrouw-zijn vieren. Masturbeer, ontvolg vrouwen waar je ongelukkig van wordt, gooi kleding weg waardoor je jezelf haat, let op hoe je praat over jezelf en een ander en ontzeg jezelf niks. En dát lijkt me stukken liever en lekkerder. Het is klein, te behappen en zegt niet wat we fout doen. Want ik denk dat we daar vooral vanaf moeten, van dat het nooit goed genoeg is.