De struggle: alles wat je draagt is te warm of te koud

De wissel van seizoenen zorgt in mijn kast überhaupt voor een flinke error. Ik heb een romig randje opgedaan rond de navel deze winter en dat past wat minder in en bij al die wufte jurkjes die ik vorige zomer droeg. Maar even terug naar het echte probleem: ik heb het al een week te warm óf te koud. Nu mag je me bestraffend op de vingers tikken hoor, en zeggen dat ik mijn mond moet gaan spoelen, omdat het himmelhoch jauchzend lekker weer is voor de vijfentwintigste van februari (de warmste ooit gemeten trouwens, over een recordje gesproken), maar dat maakt niet dat ik het niet warm of niet koud heb.

Aan mij ligt het niet. ’s Avonds check ik al mijn weerapps, het lijkt meer een vergelijkend warenweeronderzoek dan dat ik even het weerbericht lees. Weeronline, Buienradar, mijn iPhone-app, Windguru (die heb je als je zeilt) en nog even langs het KNMI. Als dan blijkt dat het toch echt zo’n vijftien graden dreigt te worden, laat ik de trui veilig in de kast en begin ik aan mijn jurkjes. Lijkt een goed idee, tot je de deur uitstapt en er een vriezende kou langs de bovenbenen trekt waar je spontaan blaasontsteking van krijgt. De buurman krabt nog wat ijs van de ruiten en je neus begint per abuis te lopen. Zo koud.

De dag daarna voltrekt zich hetzelfde ritueel. Weeronline, Buienrader, mijn iPhone-app, even langs Windguru… Dreigt het ineens maar tien te worden, dan kan de knitted trui nog wel een dagje mee naar kantoor. Krijg je al klotsende oksels een seconde nadat je ‘m aan hebt, druipt je gezichtscrème meteen naar je kin en zit je te wapperen bij de koffie aan de ontbijttafel. De straaaaaalen over je rug, zo heet.

Wat trek je in godesnaam áán en uit met dit weer? Ik dacht vandaag te gaan voor een langere blazer/jas. Ik gebruik hier even de slash, want May vindt blazer een stom woord en Lil juist niet. Zwart shirtje aan, los broekje; het betere laagjeswerk. Moraal van het verhaal: met jas aan is te heet, alleen in shirt is te koud en dat is logisch, want ’s morgens is het rond het vriespunt en ’s middags is het vijftien graden. En dat is nog altijd vijftien verschil.