Dit herken je zeker als je een jonger zusje hebt
‘Vroeger droeg ik altijd een pop met me mee, eentje zonder batterij, mijn zusje Faye.’ Zo begint het versje waarin ik het poppenmoedergevoel voor mijn zusje beschrijf, want zij was de pop en ik de moeder. We schelen drie jaar en je zou denken dat wanneer je eenmaal allebei ouder dan twintig bent leeftijd niet meer telt, maar da’s dus niet waar. Zij is en blijft mijn kleine zusje, ook al word ik altijd jonger geschat. Fay is een halve kop groter en nog eens een hele kop verstandiger, maar toch. Dit herken jij vast ook als je een jonger zusje hebt:
1. Te beginnen met de pony. Want iedereen met een jonger zusje heeft haar ooit een pony aangemeten, terwijl zij dan kalm en nietsvermoedend in de ‘kappersstoel’ bleef zitten.
2. Als zij vroeger viel, dan moest ik huilen en ik lig wakker van haar liefdesverdriet.
3. Die inner poppenmoeder schuilt dus duidelijk nog steeds in mij. Drank, sigaretten en drugs: NEE, NEE en nog ‘ns NEE, drie rode kruizen. Op de verboden lijst ermee, basta.
4. Wat een jeugd heeft die meid gehad. Ik heb met een elektrische zitgrasmaaier heel het gazon voor haar strakgetrokken. Geen eindtijd voor die kleine toen ze uitging, ze had sowieso latere bedtijden en als er een keer een 3,7 voor Duits gehaald werd, was er ook nada aan het handje.
5. Oh ja, over dat uitgaan, ik moest vroeger met een opplaksnor en een pruik in de rij staan om proberen binnen te komen in de club. Mijn zusje heeft gewoon vanaf haar zestiende mijn ID geleend. Wat een leven.
6. Vroeger kon ik helemaal loco worden als ze mijn kledingkast plunderde, maar dat is honderdtachtig graden gedraaid. Zij mag alles van me hebben (behalve mijn vriendjes). Maar echt, ik gun haar de hele wereld.
7. Ik blijf drie jaar ouder en dus ook drie jaar wijzer. Ook als we straks 54 en 57 zijn, dan heb ik nog steeds altijd gelijk.
‘Het is daarom dat ik zo graag met je kroel, weggaan zal het nooit meer, dat poppenmoedergevoel.’