Dit zijn de echte spelregels van 30 Seconds
Huisfeest? 30 Seconds. Bankhangavond? 30 Seconds. Met wijn op het terras? 30 Seconds. Het is mijn lievelingsspel en aan de Snaps en Stories te zien is Nederland het met me eens. Maar bij het oplepelen van die algemene kennis ontstaat nog weleens verwarring doordat bepaalde mensen (taggen maar) de regels compleet negeren. Komen ze, want dit zijn de échte spelregels van 30 Seconds.
1. Niet rechtstreeks vertalen
Situatie: er staat ‘Blue Monday’ op het kaartje en een speler omschrijft het als ’’blauwe maandag maar dan in het Engels.’ Drie rode kruizen. Streep erdoor. Fout. Je moet het woord omschrijven. Wat wel kan is: ‘De kleur van de lucht in het Engels plus het begin van de week in het Engels.’ Daar ga je: Blue Monday.
2. 30 seconds is ook echt 30 seconds
Bij het bordspel zit je als tegenstander met je neus bovenop de zandloper. Maar met de app check je de tijd minder snel en je hebt er altijd een paar tussen zitten die daar misbruik van maken. Je ziet de ‘omschrijver’ rond de 25 seconden het beeldscherm naar de grond richten om zo wat tijd bij te sprokkelen. Tip: zet het geluid van de telefoon aan, dan hoor je een wekkertje.
3. Een deel van het woord omschrijven is ook fout
Als er ‘Rusland’ op het kaartje staat, zijn er spelers die komen met ’n omschrijving als: ‘Het land van Poetin.’ Nee. Fout. Telt niet. Je gaat niet het woord in je omschrijving noemen.
4. De dobbelsteen die van tafel rolt
En dan rolt ‘ie altijd in het voordeel van degene die ‘m opraapt. Dus 0 als het je eigen team betreft en op 2 voor de tegenstanders. Ik adviseer: oppakken en opnieuw gooien.
5. Uit moet bij uit en in moet bij in
Klinkt zo logisch maar het gaat 38 keer mis op zo’n avond. Als je aan de beurt bent, dan haal je een kaart uit ‘UIT’. Is je beurt voorbij, dan stop je het kaartje er bij ‘IN’ in. Nooit meer fout doen, goed?
6. ‘Jij kent alle kaarten uit je hoofd’
Zeggen alleen heel onsportieve verliezers. Superjammer dat je laatste geworden bent, verliezen is ook zeker niet mijn hobby, maar van dit soort opmerkingen word je een klein huilend peutertje. En dat wil niemand.