Emigreren doe je zo
Ik schrijf deze post tijdens de hopelijk laatste koude winterdag van dit jaar. Na deze horrormaand waarin ik gestopt ben met tellen hoe vaak ik ben natgeregend of bijna van mijn fiets gewaaid, kan ik nog maar aan één ding denken en dat is emigreren. Nu heb ik een hele dappere dochter van 21 jaar oud die dat daadwerkelijk heeft gedaan. Zij woont in het tropische deel van Australië en hééft niet eens meer een winterjas. Ik besloot haar te interviewen over hoe je zo’n grote stap als een emigratie precies aanpakt.
Hoe lang had je al het plan om te emigreren?
‘Ik wist eigenlijk altijd al dat ik in Australië wilde wonen. Duiken is van jongs af aan mijn grote passie geweest en ik wist: ooit word ik duikinstructeur op het Great Barrier Reef. Ik hakte de knoop door toen we op vakantie waren op Bali. We zaten op het strand, ik zag de zon ondergaan en ik realiseerde me dat ik altijd zoveel gelukkiger ben in de tropen. Ik voel me dan veel meer mijzelf dan in Nederland. Op dat moment besloot ik dat ik de stap ging zetten.’ (Tip voor ouders die niet willen dat hun kind naar de andere kant van de wereld verdwijnt: neem ze nóóit mee naar verre oorden.)
En toen ging je, op je achttiende.
‘Ik heb dat behoorlijk onderschat. Ik had nog nooit op mijzelf gewoond en was zelfs nog nooit alleen op vakantie geweest, dus het was een vrij grote overgang. De eerste maand zat ik op Bali om mijn duikopleiding af te maken. Ik kwam aan, mijn hostel bleek in the middle of nowhere te liggen, niemand sprak daar Engels en ik voelde me zo alleen. Ik was bang dat ik het niet aan zou kunnen. Maar toen belde ik jou en regelde jij meteen een verblijf vlak naast de duikschool en toen voelde het al wat beter. Een week later, had ik al vrienden gemaakt en voelde ik me er thuis.’
Ik kon mezelf wel voor mijn kop slaan dat ik je had laten gaan. Toen viel je ook nog van je scooter de dag voordat je doorvloog naar Australië. Stapte je met allemaal wonden in het vliegtuig. Ik wilde eigenlijk meteen naar je toevliegen, maar ik zat in een heel groot werkproject. Achteraf denk ik: ik had dat werk gewoon moeten laten schieten. Op de langere termijn is niets zo belangrijk als je kind.
‘Ik liet ook nog de dag erna mijn tas in de bus liggen, weet je nog? Maar die kreeg ik gelukkig terug met alles er nog in. Het begin was een groot avontuur. Ik werd duikinstructeur in de Great Barrier Reef, mijn droom was behaald. Maar na zes maanden kreeg ik het moeilijk, vooral nadat papa en Jiri (haar broertje, MP) op bezoek waren geweest. Zo is het leven in Australië heel duur en had ik onderschat hoe moeilijk het is om jezelf financiëel te onderhouden. En ik miste jullie vreselijk. Veel mensen krijgen na zes maanden zo’n beslissingsmoment. Het spannende is ervan af, je komt in een routine. Het is echt een realitycheck: is het hier wel echt zo leuk als het van tevoren leek?’
Welke eigenschappen heb je nodig om te aarden in een heel andere omgeving waar je niemand kent?
‘Je moet openminded en flexibel zijn. Heel veel dingen zijn niet zoals je had gehoopt, dus je moet ontzettend goed met tegenslagen kunnen omgaan. Ik denk ook dat het enorm helpt als je vriendelijk bent, dan loopt alles net wat soepeler. Zo checkte ik na het scooterincident in bij het hostel in Cairns. De wondjes waren gaan ontsteken, ik had koorts en voelde me vreselijk. Ik vroeg de baliemedewerker waar de dichtstbijzijnde dokter was. Ze wierp een blik op me en zei dat als ik een half uur kon wachten, ze me zelf wel zou brengen. Er zijn overal op de wereld lieve mensen die je willen helpen. Dat heb ik wel geleerd van dit avontuur.’
En wat adviseer je mensen die de grote stap willen wagen nog meer?
‘Hou een dagboek bij. In het begin is dat je beste vriend, want je hebt niet meteen iemand met wie je kunt praten. Het hielp mij ontzettend om mijn gedachten te ordenen en frustraties en angsten van me af te schrijven.’
Kom je ooit nog terug naar huis? Please, please, please? Of verhuis dan tenminste naar Spanje ofzo. Iets wat niet 24 uur vliegen is.
‘Ik ben het met je eens dat ik te jong te ver weg ben gegaan. Het was echt heel moeilijk. Ik was optimistisch en naïef en heb veel vervelende ervaringen gehad. Bijvoorbeeld dat ik dacht dat iemand mijn vriend was, maar dat die achter mijn rug om aan iedereen vertelde dat hij het met me deed. Ook heb ik een duikongeluk gehad waardoor ik niet meer mag duiken en behandelde mijn werkgever me als shit. Ik heb heel veel gehuild, maar ook heel veel geleerd. Toch wilde ik nooit terug naar Nederland, omdat ik zo van de natuur en het weer hier hou. Mensen zijn hier veel relaxter. En ook omdat ik dacht: ik ben dit nou eenmaal begonnen, ik moet bewijzen dat ik dit kan. We zijn nu drie jaar verder en ik ben heel gelukkig nu. Ik ben veel volwassener en ik heb leuke mensen om me heen verzameld.’