Er is leven na instagram
Omdat je misschien per abuis een magazine gemist hebt: dit is één van onze lievelingsartikelen waar je nog even in wilt duiken. Haard aan, warme choco in een mok of een bubbeltje in het glas (mag natuurlijk ook) en lekker lezen maar.
Het was op vakantie in Thailand. Ik stond op The Beach (je weet wel, van die film met Leonardo DiCaprio): een prachtige lagune met helderblauw water en wit poederzand. Maar ik was er niet alleen. Om mij heen stonden minstens duizend andere mensen – met selfiesticks. Allemaal manoeuvreerden ze zich
zodanig dat je net een stukje leeg wit strand zag en ze glimlachten bevallig in hun camera. Ik zag voor me hoe ze deze foto’s zouden posten met hashtags als #leonardowhereareyou, #lovemylife en #paradise en dat hun volgers dan zouden denken: wauw, wat geweldig, was ik maar daar. Ik voelde opeens een enorme afkeer van social media. Hadden deze mensen wel door dat het hier helemaal niet leuk was? Of was het uitsluitend te doen om een Instagram-post?
Ik realiseerde me dat ik hier zelf ook aan meedeed. Hoeveel tijd en aandacht besteedde ik zelf aan mijn ‘leven’ op social media? Het was zelfs zo erg dat ik ’s ochtends als eerste mijn telefoon pakte, zonder zelfs ook maar ‘hallo’ tegen mijn man te zeggen. En als ik iets tegen hem zei was het in de trant van: ‘Jenny zit nu op de Filipijnen’ en: ‘Sanne snapt kennelijk niet dat die stomme Boomerang-filmpjes echt niet meer kunnen.’ Nog zoiets: vroeger las ik boeken. In de trein, op vakantie en thuis op de bank. Ik haalde daar veel plezier, ontspanning en nieuwe kennis uit. Nu lukte het me amper om door de eerste tien bladzijden heen te komen. Ik kon zelfs niet eens meer televisie kijken zonder ondertussen op social media te kijken. Eigenlijk kwam het hierop neer: ik was verslaafd.
Ik besloot om een week lang alle social media van mijn telefoon af te gooien om te kijken wat er zou gebeuren. De eerste dagen had ik afkickverschijnselen. Mijn hongerige hersenen snakten naar informatie, ik keek eindeloos vaak op de weerbericht-app en voelde me een sukkel als ik op iemand moest wachten in een restaurant en niets te doen had op mijn telefoon. Na een week begon ik eraan te wennen. Ik voelde me meer ontspannen en meer gefocust. Ik zag weer vogels in bomen en had minder last van mijn nek. Ik vond het zelfs zo prettig dat ik besloot om de apps niet meer op mijn telefoon te zetten. Mocht je je afvragen of dit ook iets voor jou is, dit zijn de voordelen:
Een rustiger hoofd
Je hersenen zijn nog niet zodanig geëvolueerd dat ze de hoeveelheid prikkels aankunnen waar we ons aan blootstellen op socials. Ga maar na: elke tien seconden moet je een beslissing nemen: is dit relevant, interessant, leuk, stom, moet ik hier iets mee? Tegen de tijd dat je tien minuten scrollen verder bent, heb je je brein zo’n beetje gefrituurd. Margriet Sitskoorn is hoogleraar in de Klinische
Neuropsychologie en schreef het boek IK2, over hoe makkelijk onze hersenen te beïnvloeden zijn en hoe je je daar tegen kunt wapenen. ‘Het gebruik van social media speelt in op het genotssyseem van je hersenen. En dan gaat het met name om de káns op genot.
Je kijkt op social media en een heleboel dingen worden geactiveerd: je drang naar erkenning, hoeveel vrienden je hebt, waar je staat op de ladder, wat er allemaal is gebeurd. In eerste instantie vind je dat leuk, daarna wordt het dwangmatig en op een gegeven moment gaat dat over naar een noodzaak zonder genot. Dat noemen we ook wel een verslaving. Het proces van social media is goed vergelijkbaar met het proces van cocaïne wat dat betreft.’
Niet zo beschikbaar
Naast een handvol goede vrienden heeft een mens toch zeker honderd
kennissen. Kom je ze tegen op een borrel, hartstikke leuk. Bij de supermarkt, prima. Maar als je met al deze mensen één-op-één contact gaat onderhouden, houd je geen leven meer over. Door je posts op social media herinner je hen telkens aan jouw bestaan. Hoi, ken je me nog, weet je nog wie ik ben? Klasgenoten van de middelbare school willen een borrel met je drinken, een oud-buurvrouw probeert je een product aan te smeren dat ze sinds kort vertegenwoordigt en een ex uit een ver verleden vindt het nodig om je midden in de nacht te appen. Ik merkte al snel na mijn vertrek van social media dat het aantal toenaderingen dramatisch verminderde. Goed, ik heb misschien een paar feestjes of een gratis dagcrème gemist, maar dat is het meer dan waard.
Je oordeelt minder
De hele opzet van social media is dat je ergens iets van vindt. Dat is toch ook
de reden waarom mensen dingen posten? Die smachtende selfie dient ertoe
dat anderen kunnen zeggen hoe geweldig je bent en dáár word ik dus
recalcitrant van. Mijn schrijversbrein is gemaakt om nasty observaties te
maken, dus als ik door mijn tijdlijn scrol, denk ik voornamelijk dingen als: denkt ze dat ze zestien is, wat een opschepper, hoe kan iemand zonder talent het zo ver schoppen, en ga zo maar door. Het lastigste vind ik nog als mijn vriendinnen dingen posten waarvan ik denk: wat doe jij nou? Ik heb vriendinnen met een verschrikkelijke online persona die in het werkelijke leven geweldig zijn. Volgens neurowetenschapper Margriet Sitskoorn is je brein neuroplastisch. Dat betekent dat je brein zich ontwikkelt op de gebieden waar jij het voedt. Oordelen leidt dutot meer oordelen. En omdat ik de draak in mij liever niet te veel wil stimuleren, beperk ik mijn valse opmerkingen liever tot Boer Zoekt Vrouw.
Klasgenoten van de middelbare school willen een borrel drinken en een ex uit een ver verleden vindt het nodig om je midden in de nacht te appen
Het stemmetje in je hoofd dat bij alles zegt: wat zouden mijn 3415 volgers hiervan vinden?’
Je bent met een vriendin op een feestje. Je hond doet iets schattigs. Je hebt een
sixpack. Natuurlijk post je dit met zo veel mogelijk hashtags erbij, want zo krijg je hopelijk nog meer volgers, en dat wil je. Toen ik van social media af ging, realiseerde ik me niet hoeveel ik hier eigenlijk mee bezig was. Het was alsof er continu een programmaatje in mijn hoofd draaide bij alles wat er ook maar gebeurde: is dit een post? Ik begrijp dat als je ergens blij mee bent je dat van de daken wilt schreeuwen (zie alle foto’s van mijn man, hond en kinderen), maar je betaalt hier wel een prijs voor. Het geeft enorm veel rust als je gewoon ergens kunt zijn.
Je hebt minder last van je ego
Deep down zijn we allemaal zacht en puur. Je wilt alleen niet je tere ziel zomaar blootstellen aan de buitenwereld. Daarom zet je er een teflonlaag voor, ook wel je ego genoemd. Je egolaag is hoe je eruitziet, je status, het gewenste beeld voor de buitenkant. Het ego heeft voortdurend bevestiging nodig, dus jij mag raden hoe social media daarop inspelen. Ja, ook die make-uploze selfie met #ikbengewoonmezelf is een egoding. Of die foto met zielige kinderen. Want je wilt nog steeds dat mensen zeggen: ‘Oh, wat dapper.’ Of: ‘Oh, wat ben je een mooi mens.’ Als mensen niet reageren, of niet naar wens, voel je je toch een beetje gekrenkt en ga je misschien nog wel harder je best doen. Wat je voedt, groeit. Net als bij de plantjes. Facebook en Instagram zijn wat mij betreft als Pokon voor het ego. Als je stopt met je ego te voeden ontstaat er meer ruimte voor minder bullshit.
Je hebt meer zin in echte mensen
Je kunt maar een bepaalde hoeveelheid informatie onthouden op een dag en je kunt maar een bepaalde hoeveelheid sociale interactie aan op een dag.
Door social media ben je al bij heel veel mensen betrokken. Je weet wanneer ze naar de tandarts zijn geweest, hoe geweldig hun vakantie was en wat ze gisteravond aten. Je nieuwsgierigheid naar wat andere mensen zoal doen is daarmee al verzadigd. Het is mij opgevallen dat sinds ik niet meer actief ben op social media, ik meer zin heb om met mensen te praten. Soms mis ik events of weet ik niet dat iemand jarig is geweest, maar als ik ze daarna spreek, hebben we tenminste wat om over te praten.
Het scheelt tijd
Dit lijkt heel erg voor de hand, maar ik noem ’m toch. Als je een iPhone hebt,
kun je zien wat je schermtijd per dag is. Waarschijnlijk schrik je je helemaal
wezenloos. Zelf zat ik rustig een uur per dag op social media, als het niet
meer was. Nu kun je zeggen dat je social media gebruikt in de tijd die je ‘over’ hebt, maar dan rust je dus niet voldoende uit in deze tijden van overprikkeling. In een artikel in de Belgische krant De Standaard zegt Suzan Kuijsten (van het boek Gek op stress): ‘Stress is op zich niet het probleem. Gebrek aan herstel, daar zit het ’m. Stress die blijft aanhouden is toxisch. Na elk piekmoment van stress moet een herstelmoment volgen.’ Die momenten waarop je uit het raam zit te staren omdat je date te laat is, zijn dus noodzakelijk om stress af te voeren en jezelf weer op te laden voor het volgende piekmoment.
Mensen doen minder aan namens over je
Ik houd heel erg van reizen, en dat was goed te zien op mijn social media. Daardoor kregen mensen de indruk dat ik altijd op vakantie was. Zo ook een opdrachtgever die mijn Instagram had bekeken en tot de conclusie kwam
dat het onmogelijk was dat ik genoeg tijd aan zijn project besteed kon hebben.
Ook begroetten mensen mij steevast met: ‘Het gaat heel goed met je, hè?’ Durf dan maar eens te beweren dat het niet zo is. Natuurlijk werkte ik zelf deze aannames in de hand. Ik ben erachter gekomen dat ik het fijner vind als mensen mij open benaderen. En inmiddels denk ik ook: het gaat niemand iets aan dat ik inderdaad alwéér op reis ben geweest.
Je wordt een leuker mens
We kennen ze allemaal: van die stellen die tegenover elkaar in een restaurant
op hun telefoon zitten (guilty). Dat je op Facebook aan het kijken bent en je kind vraagt of je kan komen en dat je dan zegt: ‘Wacht even, schatje.’ We zijn er in de dagelijkse omgang niet socialer op geworden door social media. Maar daarnaast gebeurt er ook daadwerkelijk iets in de hersenen waardoor je minder sociaal wordt. Margriet Sitskoorn: ‘Social media vragen telkens kortetermijnaandacht van je. Even dit, even dat. Je hersenen zijn niet gemaakt om de hele tijd zo snel van
aandacht te moeten wisselen en dat levert stress op.
Daarbovenop kom je minder goed aan je langetermijndoelstellingen toe. Want laten we wel wezen, je begint met scrollen en voordat je het weet ben je zo een uur verder. Hierdoor ervaar je nog meer stress. Dat maakt daadwerkelijk cellen kapot in het deel van je hersenen dat de hippocampus heet. Door die schade in
je hersenen ontstaan er gedragsveranderingen en word je vergeetachtig en raak je sneller geïrriteerd.’
Het gaat niemand iets aan dat ik inderdaad alwéér op reis ben geweest
Inmiddels ben ik driekwart jaar clean en heb ik in alle rust mijn boek De experimenten af geschreven. Toen het uitkwam, postte ik een foto van de
cover. Meteen slaat de onrust weer toe. Hoeveel mensen zouden hem al geliket
hebben, vinden ze hem mooi, vinden ze mij goed, zijn ze blij dat ik weer een boek heb geschreven? En terwijl ik naar reacties op mijn post kijk, neem ik meteen even mijn tijdlijn mee. Ik kijk weer belachelijk vaak op mijn telefoon en het voelt helemaal niet prettig. Ik zou kunnen overwegen om dan maar geen promotie te doen op mijn eigen kanalen of om zelfs mijn accounts op te zeggen. Maar is dat niet een beetje zonde? Ik heb toch 5000 Facebook-vrienden, 4192 Tweeps en
3415 Instagram-volgers die mogelijk geïnteresseerd zijn.
Of ik ooit helemaal ga stoppen met social media weet ik niet. Ik neig steeds
meer naar een ja. Wel weet ik dat ik er heel bewust mee om moet gaan en mezelf niet meer moet verliezen in oeverloos gescrol. Maar zoals ik jaren geleden gestopt ben met roken en nu af en toe op feestjes nog een sigaretje neem, zo zou het me ook moeten lukken om met social media om te gaan. Toch?
Als je geïnspireerd bent geraakt door dit verhaal, dan raad ik je aan om het eens een week te proberen. Haal gewoon alle apps van je telefoon en post even niets. Mocht je om zakelijke redenen dingen moeten posten, doe dat dan vanaf je computer en spreek daarvoor met jezelf gezette tijden af. Ik ben benieuwd naar jouw ervaringen.