Even over dat appverbod op de fiets
Wat een opluchting: sinds 1 juli riskeer je een boete als je tijdens het fietsen op je telefoon kijkt. Ik verkeer bijkans in juichstemming. Maar echt, en dit is niet sarcastisch bedoeld, integendeel. Ik hoop enorm dat er flink gehandhaafd gaat worden. Ja, dat klinkt truttig, als een regeltjesmiep die zich eens met d’r eigen zaken moet bemoeien en niet zo op anderen moet letten.
Maar ja, ik moet juist wél steeds op anderen letten. Kijk: ik ben een bangepoeperd in het verkeer, dus ik doe heel keurig de regeltjes. Eén keer door rood en je leg zo onder een tram – en dat zou ik maar jammer vinden van mij. Pak ik mijn groen (een denkfout, ik weet het, het is niet mijn groen), dan is de uitkomst eigenlijk niet veel anders, want die aanvaring met die studentikoze Baudet-lookalike die door rood reed en daarom vond dat ik als groenpakker moest wijken, en zijn argument zodoende kracht bijzette met een ‘aan de kant, slet!’ geschreeuwd vanuit zijn tenen, voelde ook gewoon alsof ik door een truck overreden was. Maar goed, laat ik niet blijven hangen in discussies over wanneer je mag doorrijden, bij groen of bij rood, want dat is in mijn Amsterdam soms wat fluïde. Daar leer je mee omgaan, maar toen kwam die smartphone.
Nu volg ik dus niet alleen heel schijterig de regeltjes, maar ook nauwgezet alle smartphonelovers om me heen. Dopjes goed openhouden. Een knul op rechts jakkert met zonder handen en de blik op zijn playlist door, zonder te stoppen voor het zebrapad (ook fluïde hoor, wie er dan eerst mag), waarop de groep voetgangers uiteensplijt, ongeveer alsof Jezus de zee opent. Gered door plusminus twintig voetgangers. Vanuit tegengestelde richting zwenkt een moeder het voorsteven van haar bakfiets met haar bloedjes erin het kruispunt op (door rood, told ya) om linksaf te slaan, met een driftig typend duimpje en twee ogen op het scherm, en een derde oog op het verkeer. Ze fietst blind voor mij en een brommer langs – ik op de rem, brommer met een grote boog eromheen. Gered door twee mensen. Een meid fietst met een stroom mee en scrolt door Insta, maar als de stroom voor rood stopt, fietst zij nietsvermoedend door, de blik nog steeds op #lovemylife. Schrikken als de tram waar ze bijna onder ligt vol op de rem gaat en nadrukkelijk lang klingelt – gered van een tientonner door de chauffeur, en door de overige tachtig passagiers, zo flauw tel ik dan ook wel weer.
Je snapt waar ik heen wil: best dat iemand altijd op zijn smartphone wil kijken, maar een beetje egotripperij is dat wel. De rest van de wereld moet namelijk dubbel opletten en om jou heen laveren om te zorgen dat jou niks overkomt – je hebt geen idee hoe vaak en wat voor capriolen dat van anderen vraagt. Dodelijk vermoeiend. Tssk, dat is niet alleen egotripperij, maar ook kleutergedrag. Eens kijken hoe snel het daarmee afgelopen is als de poeplap getrokken moet worden. Ik hoop rap, maar vrees het ergste.
Tekst: Kalinka Hahlen