Help mijn kinderen hebben een slaapcoach
‘Nee, je mag niet vals spelen, Tessa!’ Als mijn man ‘Tessa’ zegt weet ik dat het menens is. Zeker als het een uur of drie ’s nachts is.
Ik kan me nog goed herinneren dat we, nou ja, niet ál te lang geleden, rond dit tijdstip samen zwierden door de stad. Een dronken kus op het Leidseplein: dat was romantischer dan het nu klinkt. Maar opeens sta je dan samen te bekvechten of je je zoon wel of niet een slok melk mag geven om hem te laten stoppen met huilen. Je hoort gekrijs. Gesnauw. En je denkt: goh, die kus en die kroeg, die zijn best ver weg, ook al woon ik nog stééds vlakbij het Leidseplein.
Onze tweeling wil dus niet slapen en ik kan nu een héél verhaal vertellen over wat geen slaap met je doet, maar dat zul je zelf ook wel snappen, of je nu kinderen hebt of niet. En uit wanhoop ben ik gaan googelen en kwam ik terecht bij, jawel: de slaapcoach. Een moeder van een tweeling, maar hopelijk iemand naar wie mijn jongens beter luisteren. En dus zijn we nu al een week of wat bezig met coaching. Slaaptraining. Mijn vriendinnen vragen: wát is dat dan? En al mijn vriendinnen met jonge kinderen vragen: werkt het écht?
Goed, wat we dus doen. Nee wacht, eerst de gouden tip: ik heb een topper van een coach: Leonie van The Dream Company. Zelf moeder van twee, dus ze weet goed waar ik het over heb. En ik heb haar meer dan ooit nodig. Ze geeft dus ritme en structuur aan de boys. We hebben een strikt schema met slaapjes overdag, met wat ze wanneer eten en vooral: wat we ’s nachts doen. Het belangrijkste bij een kind van negen maanden is dat je ze afleert dat ze ’s nachts nog melk mogen drinken. Anders sta je, voor je het weet, melk te serveren tot ze 14 jaar zijn.
Maar dat was hels. De eerste nachten. Hels. Krijsende kinderen. En het ergste is, je weet: als ze een slok melk krijgen zijn ze stil. Maar dat mag niet. Want dat is ‘vals spelen’, aldus mijn man, die daar overigens tijdens bordspellen of quizzen nooit zo’n last van lijkt te hebben. Dan is het dus nacht. En je moet gewoon werken de volgende dag. Ja, zie dan maar vol te houden. Ik heb het niet over vijf minuten een huilende baby troosten en ook niet over een halfuur, maar gewoon over prima drie uur lang een gillende baby in je armen, compleet overstuur, jij ook in tranen, midden in de nacht, hobbelend en wiegend door het huis. Op dat moment haat ik niet alleen de slaapcoach (sorry Leonie), maar ook zeker mijn man. Rot op met dat vals spelen en een kus krijg je al helemáál niet. Ik wil SLAPEN. Ik heb overigens echt gehuild – want het was echt niet grappig.
Eerlijkheid gebiedt mij toch op te biechten: ze hebben gelijk gehad, Leonie en Billy. Want het werkt. Godzijdank het werkt. Ritme, regels opstellen, ze duidelijk grenzen aangeven. Geen melk ’s nachts, alleen een speen. En om zeven uur lekker de lichten aan en duidelijk maken dat het ochtend is. Ze luisteren. We zijn er nog niet helemaal, maar Bodi en Daaf zijn toch een uur of vijf, zes achter elkaar stil. En dat is heel wat, geloof mij, als mama van twee baby’s.
Dus: ik lach weer, de dag heeft weer kleur, ik vind mijn kinderen weer lief en de wereld is weer goed. Neem allemaal een slaapcoach, je krijgt er geen spijt van. Ik zou haar zó een wondercoach kunnen noemen.