Jaloers zijn is juist goed voor je
Onze familieapp leek wel een reisbrochure. Mijn broer zat met zijn vriendin op een Italiaans afbladderend balkonnetje aan de witte wijn, mijn vader en broer bedwongen te fiets een knappe groene berg in Spanje en ik zat op kantoor. Dus zag ik mezelf ‘oké, ik geloof dat ik een beetje jaloers ben’ sturen. Ja, zelfs op de fietstocht. Ik heb een ver-ver-ver bovengemiddeld leuke baan, begrijp me niet verkeerd, maar ook ik kan maar een bepaald percentage vakantiegenot van een ánder aan voor mijn reislust het overneemt. Goed nieuws voor als je ook weleens jaloers bent: het is blijkbaar goed voor je.
Je kan jaloers zijn, afgunst voelen of benijden. Het voelt misschien allemaal net een fractie anders, maar het komt op één ding neer: je wil graag wat een ander heeft of doet. Wist je trouwens dat niets zo bevredigend is als je geld uitgeven aan vakanties? De wetenschap zegt het, dus ik durf hier best toe te geven dat ik een beetje jaloers was op mijn familie. Niet dat ik het stom vond dat zij op vakantie waren, maar ik wilde zelf gewoon ook (as we speak zit ik met m’n derrière in Griekenland trouwens – alles kwam goed).
Jaloezie voelt niet lekker, maar als je iets wilt bereiken werkt niets motiverender dan dat. Sociaal psycholoog en jaloezieonderzoeker (coole job heb je dan) Niels van de Ven van Tilburg University legt aan Quest Psychologie uit dat jaloezie je in laat zien wat belangrijk voor je is en het ookaanspoort om harder te werken. Het motiveert, je stelt hogere doelen voor jezelf om een ander te evenaren en vaak haal je ook betere resultaten. Door een ander te benijden word je zelf dus beter. Wel even oppassen, want jaloezie verandert snel in afgunst als je vindt dat iemand iets niet verdient. En van afgunst wordt geen mens leuker of knapper.
Ondertussen vinden we onszelf niet jaloers trouwens: uit een onderzoek van Quest blijkt dat maar 47 procent van de mannen vindt dat ze soms jaloers zijn en maar 32 procent van de vrouwen. Boven de 50 jaar wordt het allemaal nog stukken vromer, want 53 procent beweert die gevoelens nooit te hebben. Daar maakt jaloezieonderzoeker Van de Ven korte metten mee, hij zegt dat zelfs de meest toegewijde boeddhist soms jaloers is op het zen-zijn van de andere boeddhist.
Gelukkig was ik alleen maar jaloers op mijn familie omdat zij vier weken eerder gingen. Maar onthouden dus: je kunt iets goeds uit jaloezie halen.
Bron: Quest