Oké, Jordanië is dus echt magisch en wereldwonder Petra al helemaal
Vier letters, één woord: wauw. Ik heb niet vaak dat m’n hart haast uit m’n borstkas knalt van enthousiasme, maar hier in Petra komt het toch wel even in de buurt. Ja, ik ben in Jordanië, dus ik dacht: ik neem jou meteen maar even digitaal mee. Wel zo gezellig.
De echte reisgekkies zullen Petra kennen (en de mensen die Indiana Jones hebben gezien of Wie is de Mol? volgen ook), maar mocht je denken: eh… wat? Petra was de Griekse naam van de hoofdstad van de Nabateeërs en is eigenlijk een soort surreëel sprookje. De stad is gelegen in een kloof in de heuvels en is uit rotsen uitgehakt. Vrijwel alle gebouwen die er ooit stonden zijn nu ruïnes. En nu sta ik voor die gigantisch grote schatkamer aan uitgehakte stukken rots en voel ik me even heel klein. Mierenmensklein.
Petra is een van de zeven nieuwe wereldwonderen. Net als de Chinese muur, het Colosseum, Macchu Pichu en de Taj Mahal. Maar gek genoeg heb ik het idee dat je veel minder van Petra hoort. Misschien omdat het in Jordanië ligt en wij Europeanen dit soort landen iets ‘spannender’ vinden. Wat eigenlijk heel zonde is, want de wereld heeft veel moois te bieden als je je niet laat leiden door wat anderen zeggen en je open opstelt voor de charmes van de aardkloot.
Jordanië is een bijzonder mooi Arabisch land met een rijke cultuur. Paradepaard Petra wordt door velen als hét hoogtepunt van hun reis gezien en ik snap waarom. Gek om te beseffen dat de Nabateeërs massaal huizen, tombes en tempels uit de rotsen hakten en hier in hoogtijdagen bijna tweehonderdvijftigduizend mensen woonden. Precies dit punt was het knooppunt voor verschillende handelsroutes; deze mensen waren steenrijk. En nu voel ik me ook even heel rijk. Rijk in ervaring. Rijk in levenslust. Zucht.
Dan nog even wat tips, mocht je ook die kant op gaan:
1. Ga vroeg. En dan bedoel ik ’s ochtends-even-chagrijnig-vroeg. Om-06.00-uur-voor-de-poorten-van-Petra-staan-vroeg. Heb je de wereld nog even voor je alleen en kun je écht vette foto’s maken. Yalla yalla! Om eerlijk te zijn: rond tienen is het kneiterdruk en is de charme er toch wel een beetje vanaf.
2. Doe research van tevoren. Je ervaring zal een stuk interessanter zijn als je leert over de geschiedenis van de eeuwenoude stad. Floortje Dessing heeft Petra ooit mooi in beeld gebracht, maar er zijn ook genoeg documentaires en informatieve reisblogs waarop ervaringen worden gedeeld. Ook is het tof om een gids te boeken, al is het maar alleen voor de ochtenduren.
3. Skip alles wat met paarden en ezels te maken heeft. Opdringerige mannetjes zullen je aan het begin proberen aan te smeren om een ritje te maken dat zogenaamd ‘in de prijs inbegrepen’ zit, maar als je daarna geen achterlijke fooi achterlaat heb je bonje. Daarnaast: het is gewoon echt zielig voor de dieren. Niet doen. Lopend is de ervaring ook veel leuker.
4. Zorg voor voldoende water. Spreekt voor zich. Net als stevig schoeisel trouwens, want alle paden zijn onverhard. Daarnaast: eten en drinken in Petra is prijzig (denk drie euro voor een colaatje), dus mocht dat niet je ding zijn, dan is een tas met een lunch on the go een goed idee.
5. Enne tot slot… Iedereen maakt natuurlijk de foto vóór de Treasury, maar wij klommen rechts iets omhoog op de berg, betaalde omgerekend 1 euro 30 voor een superstille spot waar een übervrolijke Arabier ons ontving met een kop thee en een geweldig uitzicht. Perfect picture zonder toeristen: check.
Zo, en dan nu weer terug naar Taba, Egypte, voor een paar dagen luieren, zonnen, slapen en snorkelen. Een strand met een cultuurvakantie combineren = TOP.
Credits foto’s: Sunfield Photography