Rob Peetoom knipte mijn haar en nu ben ik voor altijd verpest
Of nou ja, verpest, maar ik ben gewoon zo bang dat het nooit meer gaat zitten zoals het nu doet. Ik was, ik kam en ik föhn en ik ben klaar. Het is nieuw voor me. Vanmorgen was ik mijn haarlak vergeten in mijn sporttas te doen en toch liep ik zonder een tas over mijn hoofd van de sportschool naar de redactie. No shame, want mijn haar viel zoals het moest vallen. Ik vind het een mirakel.
Eigenlijk zou ik nu een pauzeknop voor mijn haar willen. Iedereen zegt wel altijd dat ik geluk heb dat het altijd zo lekker vlot groeit, en dat is natuurlijk ook zo als het per abuis voor geen meter zit, maar nu is niet (ik herhaal: niet) dat moment. Robs woorden waren: zoals het nu geknipt is en dan twee centimeter langer. Die coupe moet het zijn, dat past me. Dit betekent dus dat mijn haar rond de kerst fe-no-me-naal zit trouwens, want dan zit die twee centimeter er vast wel aan, wat wel weer uitstekend nieuws is, maar dan?
Stel je voor dat je zou willen koken als Ottolenghi en dat hij dan ineens in je keuken staat, twee maanden lang en je voorziet van snufjes hier en een vinaigrette daar en gerookte (!) yoghurt en zo met granaatappelpitjes. En dat-ie dan weer, pats boem, weg is. Of dat Anna Wintour elke ochtend uit je kast stapt om je allerhande ensembles aan te reiken waarin je er gewoon weer-ga-loos uitziet en dat je op een ochtend de deur opendoet en het weer net zo’n grote janboel is als het was en je verbeten die vlek weg staat te poetsen uit je verkreukelde jumpsuit die je per se aan wil. Zo. Dat heb ik met mijn haar en Rob.
Ik broed op een oplossing, dat snap je. Ondertussen heb ik goddank Rowen die vakkundig afkeek wat Rob met mijn haar deed, als vangnet.