Science says: niemand is 100 procent hetero
Tsja, hoe kan het ook anders. Vandaag is de Canal Parade van Amsterdam Pride aan de gang (op moment van publicatie sta ik te dansen op een woonboot aan de Prinsengracht, zó leuk), dus ik wilde het even met jullie hebben over seksualiteit. Over alle soorten seksualiteiten. Want vandaag is natuurlijk een dag om de liefde te vieren, liefde voor iedereen. Ik vond het zelf dan wel even tijd om de boeken (nou ja, boeken, het Grote Orakel a.k.a. Google) in te duiken om erachter te komen hoe het nou precies zit met onze seksualiteit. En tsja, veel wetenschappers zijn er wel over uit: niemand is honderd procent hetero.
Dit idee werd voor het eerst wereldkundig gemaakt in 1948, toen Alfred Kinsey ‘Sexual behavior in the human male’ schreef. Naar zijn ideeën werd de Kinsey-schaal geboren: een schaal van 1 tot en met 9, die aanduidt hoe iemand zijn seksualiteit ervaart. 1 is volledig hetero, 9 is volledig homoseksueel. Daartussenin zitten verschillende gradaties van biseksualiteit – in 1948 waren dit de enige drie seksualiteiten waarin ze onderscheid maakten. Daarna hebben we ook nog een tiende variabele, de x, die staat voor aseksualiteit. Klinkt nu een beetje zwart-wit en dat is het ook, seksualiteit valt niet echt aan te duiden met een cijfertje, maar je kan je voortellen dat dit in 1948 revolutionair was. Het betekende een beetje het einde van het zwart-wit-denken in de seksuele wetenschap. Seksuologen vinden tegenwoordig dat deze Kinsey-schaal veel te simplistisch is. Ben ik het wel mee eens, maar voor 1948 vind ik het inderdaad vooruitstrevend.
Maar we leven nu natuurlijk in 2019, dus tijd voor een nieuw onderzoek, en dat kwam er een jaar geleden in maart 2018. En ook daaruit bleek: niemand is honderd procent hetero. Onderzoeker Ritch C. Savin-Williams (van Cornell University) schreef er een boek over: ‘Mostly Straight: Sexual Fluidity Among Men’. Al doet de titel anders vermoeden, ook de vrouwelijke seksualiteit komt eraan te pas. Zo kwam er uit zijn onderzoek dat vooral jongere generaties openstaan voor experimenteren en dat zij opgewonden raken van hetzelfde geslacht. Hij onderzocht dit door porno te laten zien aan de proefkonijnen en hun pupillen in de gaten te houden. Pupillen zouden immers een indicatie zijn van opwinding.
Nou, wat blijkt? Die pupillen bij vrouwen gingen wijd open staan bij een man-vrouwsituatie, maar óók bij een vrouw-vrouwsituatie. Bij mannen was hetzelfde het geval: een masturberende vrouw werkte net zo goed als een masturberende man. Wel zei Savin-Williams in 2018 dat het anno nu makkelijker is voor vrouwen om hun seksuele fantasieën en seksuele voorkeuren open uit te spreken. Bij mannen is dat volgens hem nog niet het geval, die lopen toch tegen een stigma aan dat heteromannen niet durven toe te geven aan elkaar ook wel eens opgewonden te raken van hetzelfde geslacht. Laten we vandaag met z’n allen een begin maken om dat te beëindigen. Love has no gender, happy Pride iedereen.