Dat je de wijn inschenkt en dat ‘ie zo exact op temperatuur is dat je er een zucht van slaakt: ik heb het weleens, maar niet thuis. Mijn koelkast staat toch op standje ‘alles blijft zo lekker koud’. Maar die problemen zijn vanaf nu voorbij.
Om even onze wijnkennis op te frissen: een rode wijn schenk je op kamertemperatuur. Nu stoken jij en ik het misschien op tot een aangename 21 graden, maar dat moeten we even corrigeren. Een fles rood is perfect als ‘ie zo rond de 18 graden geserveerd wordt. Een flesje wit, die van het complexe soort waar we zo van houden, varieert zo tussen de 12 en 16. En een mousserende drinken we op een temperatuur tussen de 6 en 10. Om het jezelf makkelijk te maken ren (of surf) je nu richting Lidl en koop je een wijnkoelkast. Hoef je ‘m nooit meer iets eerder uit de koelkast te halen om af te koelen of juist met een deken op de bank te zitten omdat de verwarming op een huistemperatuur van 18 graden moet blijven. Het is een koopje onder de wijnkoelkasten.