Morning, lieve mensen. Vraag me nu of ik in een miljonairscrib wil wonen of dat ik vier keer per jaar de wereld wil ontdekken en ik kies voor het laatste. Ik kom uit een familie vol reisgekkies. Het is op en neer en gaan en ontdekken. Mijn zus is stewardess en mams een avonturier pur sang. Slapen doen we wel als we dood zijn, de wereld wacht niet. Mocht je toevallig ook deze ochtend op Schiphol staan en een meisje met een pony en vet kleine oogjes zien: hi. That’s me. Drie uur geslapen vannacht, maar die slaap halen we straks wel weer in. De volgende bestemming die op de planning staat? Taba. Eh, wat? Ik hoor je denken.

Taba is een populaire bestemming voor Egyptenaren en Israëliërs om op vakantie te gaan of voor een weekendje weg. Vriendlief en ik zijn al één keer eerder in Egypte geweest, maar die vakantie is een soort willen-we-liever-vergeten-verhaal geworden doordat hij rondliep met een gebroken kaak en alles door een rietje moest drinken. Iets met een nachtje stappen en de verkeerde mensen tegenkomen. Anyway, Egypte in de herkansing dus. Taba it is. Even een weekje kroelen samen, omdraaien op strandbedjes en vitamine D opslurpen voordat we weer de cold as ice winter ingaan. Even niet zoveel artikelen van mijn kant dus, volgende week. Maar daarna weer met volle kracht vooruit. Oh, laptop wegknallen, we gaan nu opstijgen #okébyeeeee.