Dus er is een petite plekje ergens langs de grachten. Ik ga fluitend parallel aan de auto voor het plekje staan en kijk in mijn spiegels. Geheid dat er, sorry dat ik gender-stereotyperend praat, een manspersoon staat die aanwijzingen gaat geven. “Kijk uit, hè, voor het water.” Vervolgens gaat hij achter je auto staan en beweegt hij met zijn armen alsof hij een boeing op de Buitenveldertbaan van Schiphol wil laten landen. “Kom maar, kom maar, kom maar…” Vervolgens gaat hij met zijn handen uitleggen hoeveel ruimte ik nog heb.
Dan draai ik mijn hoofd uit het raampje. “Vriend, ten eerste heb ik langer in mijn leven mijn rijbewijs wel dan niet, ten tweede heb ik een Renault TWINGO, oftewel de auto met de kleinste draaicirkel ooit (straatje steken hoeft met deze auto bijvoorbeeld niet, dat doe je in een soepele beweging, maar dat terzijde) en ik heb ook een alarmsysteem dat me zachtjes waarschuwt als er een object achter mijn auto staat dat ik misschien niet heb gezien. En mag ik er nou alsjeblieft langs? Ik heb nog meer te doen vandaag.”