“Ik ga hier natuurlijk uiteindelijk wel dood aan, maar verder wil ik het er niet over hebben.” Daar stond ze. Onze dappere, coole, knappe, stoere modestagiaire. Borstkanker had ze naar huis gestuurd en vanaf dat moment plukte ze de minuut. Of ze dat deel van Paris Fashion Week waar wij niet naartoe gingen zelf mocht bezoeken? Op eigen kosten? Chef mode en ik besloten dat het mocht en dat ze onze kaarten mocht gebruiken, maar dat ze dan niet op de eerste rij mochten gaan zitten want dan zou iedereen zien dat wij het niet waren die daar zaten. Dat beloofde ze. Tot we een week later werden gebeld met de vraag ‘wie nou toch die leuke meisjes op de eerste rij waren geweest’. Ineens zat er een knobbeltje op haar hand, daarna op haar voet. We bleven er niet over praten, maar we bleven weten.
Ineens was ze van de radar. Tot dat bericht. Ik mocht iets zeggen op haar begrafenis en denk nog zo vaak aan haar. Zo’n jong meisje. Zo vol leven. Na haar heb ik veel vrouwen in mijn omgeving gekend die borstkanker kregen. Zoveel dat je je de vraag gaat stellen niet óf je het ook gaat krijgen maar wanneer je het krijgt.
En als je het krijgt en misschien geneest, dan zal je leven nooit meer zijn zoals daarvoor. Daarom moeten we ons sterk blijven maken voor borstkanker. Of tegen. Dat doen we alle dagen, maar in oktober geven we even gas. Otazu maakte speciaal voor Pink Ribbon een prachtig armbandje van rozekwartsstenen waarvan de opbrengst naar Pink Ribbon gaat. Zij zorgen ervoor dat hun geld gaat naar vrouwen met borstkanker. Ofwel: research om de ziekte te bestrijden ofwel naar nazorg als je het monster naar huis hebt gestuurd. Ik kocht Pink Ribbon Magazine altijd voor alle vrouwen die me dierbaar waren. Laten we dat nu met het armbandje doen.