Wat je ook doet: je mag niet op dit bericht klikken
Zo. Heb ik meteen je aandacht. Toch? Juist door te zeggen dat je het niet mag, is in je hersenen de kleine rebel opgestaan die denkt: wat, niet klikken? Bam. Ik klik nú. Zeg tegen me dat ik iets niet mag en ik wil het juist. Ik wil het meer. Ik wil het sowieso.
Ik was veertien en op vakantie met mijn moeder. Toen we op de eerste dag aankwamen bij het zwembad zaten daar drie gasten die er nogal, hoe zal ik het zeggen, louche uitzagen. Jointje in de mondhoek, gouden panterketting, net iets te veel briefgeld, je kent het wel. ‘Kiki, je blijft bij die gasten uit de buurt. Hoor je me?’ Ik hoorde haar. De volgende dag sloot ik vriendschap met de malafide boys. Kreeg mijn moeder een hartverzakking toen ze me met drie kilo goud van een ander om mijn nek bij het zwembad zag zitten.
Wat is het toch met ons dat we iets juist willen op het moment dat het eigenlijk niet ‘mag’? Waarom krijg je extra zin in een vette kaassouflé of een bak Ben & Jerry’s-ellende als je aan het lijnen bent? Waarom leek die jongen achterlijk genoeg interessanter toen hij een vriendin had? Waarom ging je in de pauze toch stiekem in het bos achter school terwijl je ouders je je rijbewijs beloofden als je het niet deed? Waarom deed Tiger Woods wat hij deed terwijl hij wist dat het zijn vrouw pijn deed? Waarom koop je aan het eind van de maand als je er ei-gen-lijk geen geld meer voor hebt toch dat ene item?
Geef de schuld aan de verboden vrucht. Het Romeo en Julia-effect is de neiging om meer en meer naar het verlangen terug te keren als het verboden is. Alles wat niet mag wordt ineens interessant, wordt ineens een challenge. Ons onderbewuste kan namelijk niet met negatieven omgaan. Kun je ook van profiteren trouwens, zeg maar eens tegen iemand: lukt je toch niet. Wedden dat het iets triggert? Er zijn namelijk behoorlijk veel mensen die willen ‘mismatchen’: wat je ook zegt, ze doen graag het tegenovergestelde van wat jij eigenlijk zegt. Al is het maar om het idee te hebben dat ze zelf de lakens uitdelen. De oplossing is simpel: omgekeerde psychologie.
Wie de omgekeerde psychologie beheerst is meester. Ook kan deze techniek ook meteen dienst doen als taalverzachter. Je verzacht namelijk je boodschap als je zegt dat iets ‘niet hoeft’. Je hoeft niet nu te beslissen, Kiki. Kijk maar even. Hmm, nee, wacht. Ik weet het al. Begin een zin met ‘Zeg, ik weet niet of het iets voor jou is (dit wekt nieuwsgierigheid op en een ‘dat bepaal ik zelf wel’-gevoel), maar we hebben vandaag een nieuwe salade op het menu.’ Ineens denk je Heel Erg Dat De Salade Iets Voor Jou Is.
Haal geen gekke ideeën in je hoofd. Denk nu níet aan een giraffe met een paarse hoed. Vergeet nummer 256. Je mag nummer 256 niet onthouden. Hoor je me? Echt niet. Laat het los. Voel je me? Als ik je morgen opbel en vraag wat het nummer was zeg jij: 256. Dusse, laat het een tip zijn voor de volgende keer. Dingen zeggen als: ‘Vergeet je niet langs het postkantoor te gaan’ werkt juist averechts. Kijk de ander aan en zeg: ‘Wat je ook doet… je komt vandaag niet bij het postkantoor in de buurt. Je gaat daar niet heen. En al zeker dat pakketje niet ophalen. Niet. Hoor je me?’
Ach, mensen. Uitzonderlijk ingewikkelde dieren zijn we. Vermoeiend. Maar interessant. Maar vermoeiend.