“Wat leuk zeg, een klein Tessje”
Het leven van Tess Hoens is geweldig, maar ook bij haar zijn er dingen die niet helemaal lopen zoals ze zich had gewenst. En daar wil ze over schrijven. Omdat er van schone schijn al genoeg is en omdat eerlijkheid helpt.
Oké, de eerste teleurstelling viel natuurlijk nog makkelijk te relativeren. We gingen die avond uit eten en de eerlijkheid gebiedt mij te zeggen dat ik vol verheuging een glas wijn bestelde, omdat dat nog mocht. Maar hoe je het ook wendt of keert, zo’n eerste teleurstelling, de eerste negatieve zwangerschapstest waarvan je hoopt dat hij positief is en niet andersom (want ja, testen en hopen op negatief resultaat, dat kennen we allemaal ook) zorgt voor druk op de ketel. Het speelse ‘we zien het allemaal wel’ is er snel af. We merkten hoe graag we dit allebei gewild hadden.
Daarbij kwamen voor mij de eerste vraagtekens bij mijn eigen lichaam. Hoezo werd ik dan niet ongesteld? Hoezo was ik zo opgeblazen? Misselijk? Google werd mijn grootste vijand en dat is hij tot op de dag van vandaag nog steeds. Iedereen kent het: ik was volgens mijn vijand al vijf keer overleden, zwanger van een drieling en onvruchtbaar geweest. Ik probeerde mezelf gerust te stellen met een term die ik ook op het internet vond: ‘ontpillen’. Ik was al vier maanden niet ongesteld, maar dat had er volgens die theorie mee te maken dat mijn lijf moest wennen aan het niet nemen van de pil.
Mijn vriend vond dat ik de huisarts moest bellen, niet zozeer omdat hij bang was dat er iets mis was, maar omdat ik mezelf kwelde met al deze doemscenario’s en omdat hij het gepieker niet langer aan wilde horen. Hij is nogal van het soort ‘maak je niet druk, alles komt goed’. Voor mij op zich een heel fijne tegenhanger van mijn eigen niet zo zorgeloze brein, maar op sommige momenten kan ik hem wel achter het behang plakken met zijn laconieke houding. Afijn, ik heb een hekel aan het bellen van de huisarts en stel dat graag weken uit, maar vriendlief kreeg zijn zin.
De dokter, die ik al sinds mijn zesde heb, zei met zijn immer kalmerende toon dat ik me geen zorgen hoefde te maken en terug moest bellen als ik in augustus (!) niet ongesteld geworden was. Het was nu april… Hij vroeg me of ik slechts bezorgd was om mijn gezondheid of dat ik een kinderwens had. Even twijfelde ik, het voelde nog privé. ‘Kinderwens,’ zei ik toen zo nonchalant mogelijk. ‘Wat leuk zeg, een klein Tessje,’ antwoordde hij.
De combinatie van zijn opeens persoonlijke benadering en het feit dat ik niet eerder met een buitenstaander over onze wens had gesproken maakte dat ik een brok in mijn keel kreeg. Een ‘ja, ehh, leuk hè, bedankt voor je tijd’ volgde en ik hing op. Nu moest ik het loslaten tot augustus, geen zorgen meer tot einde zomer.
Zou dat lukken?