Wat moeten we in hemelsnaam stemmen?
Door het venster van de envelop zag ik dat het een stempas was. Ik riep richting mijn vriend met de vraag waar we nu in godsnaam weer voor moesten stemmen? ‘Iets met de EU,’ kreeg ik als antwoord. Daar sloeg de paniek een beetje toe, want ik doe heus mijn best om op de hoogte te blijven van de politiek, maar die op Europees niveau wil ik nog weleens overslaan.
Je mag op 23 mei trouwens stemmen op de Nederlandse leden van het Europees Parlement, voor als je net als ik even niet wist wat er gaande was. Ik plempte de grote vraag daarom maar even met de lunch op tafel tussen de crackers en avocado’s: wat stemmen jullie eigenlijk? Als vraagtekens boven hoofden zichtbaar konden zijn, dan had ik ze gezien. Er moest gestemd worden natuurlijk, want we hebben dat recht niet voor niks en weet je nog van twee maanden terug bij de provinciale, maar waarop was nog even lastig.
Mijn eerste gedachte was dat ik dan maar op mijn oude vertrouwde partij stem. Meestal ben ik het met ze eens, dus dan kan er weinig misgaan. Toch? Maar wat nou als ze zich ineens heel anders gedragen op Europees niveau? Of anti-EU zijn? Of juist pro-EU en jij niet? Dan kun je dus beter afstappen van je landelijke voorkeur en het op Europees niveau anders aanpakken. Jongens jongens, het lijkt wel politiek.
En terwijl ik dit stuk tik, besef ik hoe goed ik het heb. Ik mag iets zeggen over mijn gemeente, over mijn provincie, over ons land en óók over Europa. Hoe bevoorrecht kun je zijn? Je hebt landen waar je als man en vrouw niet eens mag stemmen of landen waar de verkiezingen zo gemanipuleerd worden dat de uitslag te vies is om aan te pakken en dan de landen waar je als vrouw níets te zeggen hebt. En ik mag morgen naar de stembus voor een heel f-ing continent. Meine gute, ik voel de druk ineens.
Brengt me terug bij mijn punt dat ik nog steeds geen flauw idee op wie of wat natuurlijk, maar ik weet dus wel wat ik vanavond ga doen: de EU en onze partijen bestuderen. Zie ik je morgen bij de stembus.