Experts bevestigen: je lichaam houdt automatisch plek over voor een toetje
Van die mensen die zeggen dat ze de dessertkaart niet meer hoeven te zien in een restaurant: ik ga er liever niet mee uit eten.
Zo vreselijk suf vind ik dat. Ken je dat moment, dat je snákt naar iets met zoet erin en dat alle mensen met wie je aan tafel zit te eten, zegt: ‘Nee dank je, ik hoef geen dessert meer. Een kop thee graag!’ En dan durf je ook niet in je eentje aan die panna cotta te beginnen.
I love toetjes. Ik ben volledig team toet. Hou van zoet, chocolade en ijs. Sorry, maar ik heb liever een voorgerecht en nog ruimte over voor een warme, druipende chocoladecake dan dat ik een biefstuk eet. Maar uit onderzoek blijkt dat ik net zo goed wél die biefstuk kan eten, want je lichaam zou hoe dan ook plek overhouden voor een dessert. Dat komt allereerst door je maag. Die rekt gewoon mee met hoeveel eten je erin gooit. En suiker stimuleert de reflex die je maagwand ontspant, zodat er nog méér ruimte over is.
Je hersenen spelen ook een rol. Want: hetzelfde eten is op een gegeven moment saai. Die smaak ken je dan wel en dat triggert je niet meer tot dooreten. Maar krijg je daarna iets zoets, dan is dat weer een nieuwe smaaksensatie. Zeker als je je andere eten al ziet of ruikt, dan heb je plek in je buik. Ook al zat je net nog própvol van die biefstuk. En friet. En brood met aioli bij het eerste drankje.
Wil je toch iets minder snoepen dit jaar? Dan is de tip om wel iets zoets te eten na het eten, maar een klein beetje te nemen. Dan hebben je maag en hersenen ook een verzadigd gevoel. Dat zijn dus van die mensen die zeggen: we kunnen dat chocoladetaartje wel délen? Delen? Een halve taart? Nou ja. Het is beter dan EEN KOP GEMBERTHEE TOE. Of mag ik anders twéé toetjes, als ik ook mijn voorgerecht inruil?