Ging het dan nooit lukken?
Het leven van Tess Hoens is geweldig, maar ook bij haar zijn er dingen die niet helemaal lopen zoals ze zich had gewenst. En daar wil ze over schrijven. Omdat er van schone schijn al genoeg is en omdat eerlijkheid helpt. Tess heeft een kinderwens, maar zwanger worden lukt nóg niet. Deze week vertelt ze over die ene eisprong.
Na honderd soorten medicatie en doseringen geprobeerd te hebben gaf elk nieuw plan toch weer een beetje hoop. Mijn bloed was na het laatste doktersbezoek getest en daaruit bleek dat ik in aanmerking kwam voor de Lutrelef-pomp, oftewel de prettiger versie van een nieuwe stap.
De pomp is een klein kastje dat je moet vullen met de juiste medicatie. Het duurde even voordat ik het werkje onder de knie had door allerlei stappen met naalden en knoppen. Vervolgens plak je het ding op je buik en activeer je het met een afstandsbediening. Een klein naaldje schiet uit het kastje in je buik en zo dient het de medicatie heel geleidelijk toe, de hele dag door. Elke drie dagen moet je het vervangen en mocht je dat vergeten, dan word je er aan herinnerd door een luid alarm (en ja, daar ben ik ’s nachts wel een keertje wakker van geworden). Ik dacht dat het een heel gedoe zou zijn, maar het kastje werd mijn nieuwe beste vriend. Ik kreeg er handigheid in, voelde vrijwel niets van de hormonen die werden toegediend en kon nog steeds op mijn buik slapen, mijn lievelingspositie. Ik voelde me bevoorrecht dat ik dit dure medicijn mocht gebruiken.
Na de eerste maand bleek dat het niet had gewerkt. Mijn follikel (of het eiblaasje) was goed gaan groeien en zo trok mijn arts de conclusie dat het werkte, maar uiteindelijk bleek dat de daadwerkelijke eisprong niet geweest was. Wederom een teleurstelling. De vrouw aan de telefoon die mij op verveelde toon deze uitslag doorgaf haatte ik en mijn telefoon wilde ik op dat moment in het water gooien. Ging het dan ook nooit lukken?
Dokter Mesman vertelde dat ik hetzelfde traject moest blijven volgen. Er werd nu alleen iets aan toegevoegd. Op het moment dat het follikel de juiste grootte was, moest ik er een injectie bij zetten die de laatste trap richting de eisprong zou geven.
Nu loop ik door de gang op het werk, in de wacht aan de telefoon om weer de uitslag te krijgen of er een eisprong geweest is. Of ik überhaupt een keer kans gemaakt heb op een zwangerschap. Of mijn lichaam eindelijk iets vrouwelijks doet. ‘’Ja hoor, mevrouw Hoens, het bloedonderzoek van gisteren wijst uit dat u een eisprong gehad heeft.’ De tranen springen in mijn ogen. Ik weet dat dit betekent dat er twintig procent kans is op een zwangerschap en dat ik waarschijnlijk heus niet zwanger ben, maar alleen al door het idee dat mijn lichaam doet wat het hoort te doen (oké, door kastjes en spuiten) ben ik nu heel gelukkig. Er is weer hoop.