‘Het is een raar gemengd gevoel’
Het leven van Tess Hoens is geweldig, maar bij haar liep het zwanger worden niet zoals ze had gedacht. Omdat er van schone schijn al genoeg is en omdat eerlijkheid helpt, schrijft ze over hoe haar zwangerschap verloopt. Deze week krijgt ze een beetje meer vertrouwen.
De positieve test is geweest. Ik voel me blij, maar het is ook nog heel onwerkelijk. Mijn ouders, die op vakantie zijn maar met wie ik alles altijd graag meteen deel, worden enkele minuten na de test gefacetimed. ‘Mam? Liggen jullie nog lekker in bed? Waar is papa, roep papa er ook even bij.’ Ik zie aan haar gezicht dat ze het meteen vreemd vindt. Ten eerste doen we nooit aan FaceTime en ten tweede kletsen wij eerst altijd zeker tien minuten een end weg voordat ik naar mijn vader zou informeren. Niets ten nadele van mijn vader, maar god, wat kunnen mijn moeder en ik lullen aan de telefoon.
Papa’s gezicht verschijnt in beeld en we vertellen over de positieve test. Ik durf geloof ik niet de woorden ‘ik ben zwanger’ uit te spreken, dus vandaar dat we het over de positieve test hebben. Zo voelt het ook. Logischerwijs ontstaat er ook geen hysterische blijdschap aan de andere kant van de lijn; iedereen is wat voorzichtig. Op een gegeven moment zegt mijn vader: ‘Nou, als het nu weer misgaat weet je in ieder geval dat het kan.’ Die opmerking schiet meteen in het verkeerde keelgat (ook al denk ik zelf natuurlijk ook elke milliseconde aan een mogelijke miskraam). ‘Ja pap, zo ga ik er natuurlijk niet in! En bovendien, ik wist toch al dat het kon. Vorig jaar was ik zwanger, weet je nog?!’ Hij zegt niet zoveel meer terug, wetende dat hij niet zo tactisch is in deze dingen en ik heel erg gevoelig. We sluiten het gesprek wel blij af, maar het is een raar gemengd gevoel.
Ik wil heel graag meteen mijn vriendinnen inlichten. Omdat ze mijn vriendinnen zijn die mij gesteund hebben in het hele traject. Maar ik weet ook niet hoe. Dan vertel ik het, reageren we allemaal weer een beetje matjes en wat is daar de lol van? Even overweeg ik iedereen pas in te lichten als ik bevallen ben van een gezond kind, als er óverduidelijk blij nieuws is. Maar toevallig komt die middag een groepje vriendinnen lunchen. ‘Hoe is het met het ziekenhuis?’ vraagt iemand, doelend op mijn hormoontraject. En er schiet een grijns op mijn gezicht. ‘Het gaat de goede kant op, ik maak weer flink kans, zeiden ze gisteren.’ Ik was gisteren helemaal niet in het ziekenhuis, maar zo zorg ik voor een positieve boodschap die wellicht enigszins de grijns op mijn gezicht verklaart. Ze vermoeden niets. Later in de middag komt er een andere vriendin bij, een van mijn beste. Tegen haar kan ik mijn mond niet houden, dat weet ik al. Tegen haar wíl ik mijn mond ook niet houden. Het liefst sleur ik haar aan haar arm mee mijn slaapkamer in om mijn geheim te onthullen, maar dat zou nogal opvallend zijn.
Iedereen is weg, behalve mijn beste vriendin. ‘Ik moet je wat vertellen maar ik weet nog niet zo goed hoe ik me erover voel. Ik ben bang.’ ‘Ben je zwanger?’ vraagt ze. ‘Ja…’ Ze wordt niet hysterisch maar pakt liefdevol mijn hand en zegt rustig: ‘Ik ben heel erg blij voor je, en bij jou komt dat ook nog wel. Dit keer komt het goed, ik voel het.’ Dat is onzin, zij kan dat niet weten. Maar het doet me goed. Ik krijg een beetje meer vertrouwen.